Voederwaarde zeker zo belangrijk als opbrengst grasland

Een hoge voederwaarde van ruwvoer betaalt zich dubbel uit, redeneert productmanager Roy Kuenen. ‘Want beter verteerbaar gras zorgt ervoor dat koeien ook meer vreten en dus meer melk leveren. Een volle pens is goud waard.’

Voederwaarde+zeker+zo+belangrijk+als+opbrengst+grasland
DSV zaden Nederland
© Kennispartner

Met voldoende vocht, een zachte winter en weinig schade door droogte of muizen staat 2021 te boek als een prima grasjaar. Wat opvalt in 2022, en met name in de eerste maanden, is dat veel boeren kiezen voor klavers. Vlinderbloemige gewassen binden met behulp van bacteriën uit de bodem stikstof uit de lucht. Daardoor is minder kunstmest op het land nodig.

‘Rode klavers zijn met name geschikt om te maaien en witte klavers zijn prima voor beweiding’, zegt Roy Kuenen, productmanager ruwvoer en jarenlang ruwvoerspecialist bij DSV zaden.
Hij rekent voor dat door de oplopende prijzen de eigen gewonnen ruwvoer steeds waardevoller wordt. ‘We noemen dat kapitaal op de kuilplaats’, verwoordt Kuenen.

‘Veel veehouders rekenen met een prijs van ongeveer 15 cent per kilogram drogestof voor het ruwvoer, maar door inflatie en hoge kosten van grondstoffen, brandstof en kunstmest kan dat nu wel het dubbele zijn.’ De bron voor die rekensom zijn de actuele voederprijzen van Livestock Research van Wageningen University en Research.

Een volle pens is goud waard; het betekent een goede productie en gezonde koeien

Roy Kuenen, productmanager DSV zaden

Om ook zicht te hebben op de kwaliteit van het ruwvoer kijken de onderzoekers voor de voederwaardeprijzen hoofdzakelijk naar het kengetal VEM en de darmverteerbare eiwitten (DVE) in het rantsoen. Kuenen: ‘Wanneer bij de eerste snede 3,5 ton is geoogst over 20 hectare, heeft een melkveehouder voor ruim 20.000 euro aan ruwvoer op de kuilplaat. Dan heb ik het alleen nog maar over de eerste snede.’

Om die opbrengsten te bereiken moet de basis, het grasland, natuurlijk wel in topconditie zijn. Daarom adviseert Kuenen om zowel in het voorjaar als het vroege najaar met een specialist de wei in te gaan. ‘Je hebt goede en slechte grassen en niet elke veehouder ziet het verschil. Wij zien veel ruw beemdgras, wat van nature voorkomt. Het lijkt goed bedekkend gras, maar deze soort wortelt heel ondiep. De voederwaarde is eigenlijk zo slecht nog niet, maar het levert – eenmaal gedroogd – bijna niks op. Bij beweiding laten de koeien het gewoon staan.’

Roy Kuenen (met groene bodywarmer): 'Een hoge voederwaarde van ruwvoer betaalt zich dubbel uit.'
Roy Kuenen (met groene bodywarmer): 'Een hoge voederwaarde van ruwvoer betaalt zich dubbel uit.' © Kennispartner



 

Fosfaatkringloop verbeteren

Het blijft dé uitdaging om het ‘goede gras’ ook in de koe te krijgen, via beweiding, via het voeren van vers gemaaid gras of via de ruwvoervoorraad in de kuil. ‘Wetenschappelijke studies tonen aan dat een toename van de verteerbaarheid van ruwvoer met 1 procent de melkproductie met een kwart kilo per koe per dag kan verhogen’, zegt Kuenen. ‘Een betere celwandverteerbaarheid verhoogt ook de fosforbenutting in de koe. Daardoor kan de fosfaatkringloop verbeteren.’

Het oogstmoment is vaak cruciaal voor een goede voederwaarde. Ouder gras bevat meer lignine, heeft een lagere verteerbaarheid en aldus een lagere VEM-gehalte. ‘Het VEM-kengetal wil je zo hoog mogelijk hebben’, weet Kuenen. ‘Hoe beter koeien het voer kunnen verteren, hoe beter ze vreten en dat zorgt voor de hogere melkproductie. Een volle pens is goud waard; het betekent een goede productie en gezonde koeien.’

Met de weidemengsels van COUNTRY speelt DSV zaden daar op in. Jarenlange en consequente selectie op verteerbaarheid en suikergehalte heeft geleid tot rassen waar meer melk mee geproduceerd kan worden. Dat brengt de producent in beeld met de ‘Milk Index’ bij een aantal COUNTRY-grasrassen.


Tekst gaat verder onder de video

 



 

Vergelijkbare mengsels

In het Noord-Limburgse Ven-Zelderheide vinden regelmatig proeven plaats. Bestaande en nieuwe mengsels worden uitgezaaid, bij de oogst meteen gewogen en in het laboratorium bemonsterd. Het lijkt op het eerste gezicht dat het plantveredelings- en zaadbedrijf de slager is die het eigen vlees keurt. ‘Dat is ook de reden dat we vergelijkbare mengsels van andere producenten in ons onderzoek meenemen. De hoogste voederwaarde zien we met name bij de COUNTRY MilkMore 14 terug.’

In het laboratorium wordt de voedingswaarde van het ruwvoer extra nagemeten.
In het laboratorium wordt de voedingswaarde van het ruwvoer extra nagemeten. © Kennispartner

Toch is een hoge voederwaarde niet voor elke melkveehouder de belangrijkste parameter. Voor beweiding is diploïd Engels raaigras geschikter wat voor een dichte zode zorgt. De MilkMore 15 combineert de twee kwaliteiten: én geschikt voor beweiden én een goede voederwaarde.


Doorzaaien

Blijvend grasland vraagt om onderhoud, vindt Kuenen. Veel boeren wiedeggen het land en verwijderen zo ongewenste kruiden en beluchten de bodem. Als 85 procent van het grasland uit goede grassen bestaat, dan kun je het helemaal in stand houden. Bij minder dan 60 procent pleit hij voor scheuren en opnieuw inzaaien, want dan wegen de kosten op tegen de lagere opbrengsten. Bij tussen de 60 procent en 85 procent aan goede grassen adviseert hij doorzaai.

In landen als Oostenrijk en Duitsland is doorzaaien heel normaal, vaak wel drie keer per seizoen een klein beetje. In Nederland schrikken veel veehouders ervan terug. Zeker in vergelijking tot scheuren en herzaaien wil het resultaat van doorzaaien nog weleens tegenvallen.

‘Het klopt dat het over een langere periode voldoende vochtig moet zijn en daar moet je een beetje geluk mee hebben’, redeneert de ruwvoerspecialist. ‘Daar staat tegenover dat de financiële risico’s ook veel minder groot zijn dan bij herzaaien. In het najaar, als de bestaande graszode minder hard groeit en met een snelgroeiend raaigras, lukt het vaak prima. En je zult dat als melkveehouder ook terugzien in de opbrengsten in het jaar erop.’


Gras-kruidenmengels

Een monocultuur Engels raaigras haalt een stikstofefficiëntie van 96%. Dus wat bemest is, wordt vrijwel helemaal omgezet in stikstof en daarmee eiwit in het ruwvoer. Een soortenrijk gras-kruiden-mengel, zoals COUNTRY MultiLife heeft een stikstofefficiëntie van 197%. Dit betekent dat er naast de toegediende stikstof uit mest nog ééns zo veel via een andere bron is opgenomen door het gewas. Soortenrijke graslanden komen wel met een gebruiksaanwijzing, weet DSV-productmanager ruwvoer Roy Kuenen. ‘Zo kun je geen chemische gewasbescherming toepassen, maar wel mechanische. Daarnaast is het belangrijk om niet te kort te maaien, want daar kunnen de kruiden slecht tegen. Bemesten kan gewoon zoals alle gras-klaverlanden, dus drijfmest in het voorjaar waarbij kunstmest niet meer nodig is of als er toch gele plekken in de het land zichtbaar zijn een halve gift.’

Kijk voor meer informatie op www.dsv-zaden.nl

Dit artikel is gecreëerd door onze kennispartner DSV zaden

DSV zaden Nederland

DSV zaden Nederland werkt onder de vlag van het internationale zaadbedrijf ‘Deutsche Saatveredelung AG’ met het hoofdkantoor in Duitsland. DSV AG...

Lees verder »

Meer van DSV zaden Nederland

Lees ook

Meer artikelen van DSV zaden Nederland »

Artikelen over DSV zaden Nederland