Vijfde generatie neemt varkenshouderij Oirlo over

Willem (64) en José (59) Janssen zijn de vierde generatie die aan de Hoofdstraat in Oirlo boeren. 'Deze boerderij is in 1914 gebouwd door mijn overgrootvader', vertelt Willem Janssen. 'Mijn vader was de eerste generatie die begon met varkens. Al het melkvee deed hij in 1964 weg en bouwde een stal voor 300 vleesvarkens.'

In 1975, het jaar dat Janssen junior van school kwam, stopte zijn vader met vleesvarkens en begon hij met 180 zeugen. Toen hij van het Middelbaar Kader Pluimveehouderij/Varkens kwam, ging hij in de maatschap van zijn ouders. In september 1988 trouwde hij en nam hij het bedrijf over en stapte zijn vrouw José in de maatschap.

Mechanisch

'Ik breidde de zeugentak gelijk uit naar 300 dieren, meer was op deze locatie helaas niet mogelijk. Tevens gingen we van alles handmatig doen naar gedeeltelijk mechanisch, wat in die tijd al een vooruitgang was.'

In 2003 vroegen de ondernemers een vergunning aan voor een gesloten varkenshouderij. Pas in 2008 kregen ze deze vergunning. Op zo'n 500 meter van de thuislocatie bouwden ze een stal voor 2.956 vleesvarkens en 540 biggenplaatsen. 'Gelukkig zitten we hier in Oirlo in een landbouwontwikkelingsgebied (LOG). Op termijn zijn er buiten het dorp mogelijkheden voor uitbreiding.'

In zee met KDV

In datzelfde jaar gingen de Limburgers in zee met Keten Duurzaam Varkensvlees (KDV) en sindsdien leveren zij aan slachterij Westfort in IJsselstein (Utrecht). Ze hoefden maar weinig aan hun stal aan te passen om aan het varkensconcept 'Varken van Morgen' mee te kunnen doen.

Het ging om aanpassingen als afleidingsmateriaal en niet castreren. Dergelijke zaken waren voor hen makkelijk door te voeren in de bedrijfsvoering. 'De meerprijs was overigens niet schokkend veel meer', zegt de Limburgse varkenshouder.

Beter Leven-keurmerk

'Dat was wel het geval in 2015. Vanaf dat jaar doen we mee met het Beter Leven-keurmerk, 1 ster. Dat betekent 1 vierkante meter per varken en de zeugen op stro. Dat hebben we al sinds de start in 2003, maar de meerprijs is aardig.'

Als kruising gebruikt Janssen Topigs 20-zeugen x Talent-beer. Hij heeft dus niet voor de onder vermeerderaars populaire TN70-zeug gekozen. 'De reden is dat ik vind dat je bij de TN70 te veel op de conditie van de zeug moet letten en ervoor moet zorgen dat ze niet te veel afvalt.'

Groepshuisvesting op stro

De familie Janssen was in 2003 een van de eerste bedrijven in Nederland die zeugen in groepshuisvesting op stro had, maar ze kreeg er in die beginjaren geen meerprijs voor.

In die tijd stapte de familie ook over naar een volledig computergestuurde bedrijfsvoering met voerstations van Nedap in de groepshuisvesting drachtige zeugen. Het stro in de groepshuisvesting komt gedeeltelijk van eigen land. De familie heeft naast de zeugen 48 hectare akkerbouw met als hoofdteelt suikerbieten. Verder teelt ze een paar hectare plantuien.

Gerst

'Voor de vruchtwisseling telen we gerst', vertelt Janssen. 'Gerst heeft een korter groeiseizoen dan tarwe en dus een lagere ziektedruk, vandaar de keuze voor gerst. Het overige stro dat ik aan moet kopen, ben ik kritisch op. Het moet perfect droog en schoon zijn.'

De ondernemers kregen in de jaren 2000 jarenlang studenten van PTC+ uit Horst over de vloer, omdat ze leerbedrijf waren. Sinds de overname van PTC+ is dat niet meer het geval. Willem en José Jansen vinden dit jammer. José Janssen: 'Vorig jaar hebben we toch nog drie dierenartsstudenten over de vloer gehad van de Universiteit Utrecht in verband met hun afstudeerscriptie. Dat vonden we erg leuk.'

Bestuurlijk actief

Willem Janssen is bestuurlijk niet actief, zijn vrouw daarentegen des te meer. Ze zit onder meer al acht jaar in de ledenraad van Vitelia. 'Daarnaast ben ik voorzitter van de vrouwenbeweging in Oirlo. En ik zit ook nog in de kledingcommissie van de harmonie van Venray', zegt ze trots.

Omdat elektriciteit een van hun grootste kostenposten is, oriënteren de ondernemers zich op de aanschaf van zonnepanelen. Willem Janssen: 'Wellicht is het rendabel om een groot deel van alle daken vol te leggen. Dit soort beslissingen maken wij nog. Binnen enkele jaren mogen onze beide zoons deze keuzes maken. Daar laten we hen uiteraard vrij in.'

Beide zoons hebben nu een baan buitenshuis. Ze hebben allebei economie gestudeerd. Op termijn nemen ze het bedrijf over.