Biggensterfte in Denemarken gestegen

In 2009 piekte de biggensterfte tot een niveau van ruim 24 procent gemiddeld, om daarna jaar op jaar te dalen tot minder dan 21,5 procent in 2016. De lichte stijging in 2017 heeft zowel met het percentage doodgeboren biggen te maken als met het percentage dat de eerste levensweken tot het moment van spenen niet overleeft.

Het aantal levend geboren biggen per worp steeg van 16,3 naar 16,9. Het percentage zeugensterfte daalde met 0,1 procentpunt naar 8,9 procent.

Meer dan 33 biggen per zeug

Ondanks de gestegen biggensterfte nam het aantal gespeende biggen per zeug per jaar in 2017 nog sneller toe dan gebruikelijk de laatste jaren. Per zeug noteerde het gemiddelde Deense vermeerderingsbedrijf in 2017 ruim 33 gespeende biggen, een toename van 0,8.

Al jaren komt er jaarlijks gemiddeld 0,5 big per zeug bij. In tien jaar tijd is het aantal gespeende biggen per zeug dan ook van ruim 27 naar ruim 33 gestegen. De worpindex kwam in 2017 gemiddeld op 2,28 uit. Het beste kwart bedrijven noteert gemiddeld 36 gespeende biggen per zeug per jaar en een worpindex van 2,32.

Gedeelde data

Deze cijfers zijn gebaseerd op in totaal 423.000 fokzeugen. Het gemiddelde Deense vermeerderingsbedrijf in de gebruikte databank telt 792 zeugen. De data zijn afkomstig van de managementsystemen AgroSoft, Cloudfarms en slachterij Danish Crown. De eigenaren hebben toestemming gegeven de data te delen (bron: SEGES).