'Biest een uitdagend levenselixer'

Voor een big is biest een bron van energie (vet en lactose) en antistoffen. Decaluwé spreekt over de antistoffen type G en type A. De eerste zorgt voor een goede afweer, de tweede voor de ontwikkeling van het maag-darmstelsel.

Biggen krijgen geen afweer via het bloed tijdens de dracht, en afweercellen uit de biest krijgt een big enkel via de eigen moeder. 'Dus niet via een pleegzeug', geeft Decaluwé aan. Hij adviseert daarom op zijn vroegst na 24 uur en voor 48 uur over te leggen.

Minimaal 180 gram

Het advies is een biestopname van minimaal 180 gram biest per kilo geboortegewicht. In de praktijk blijkt ongeveer 35 procent van de biggen minder dan 160 gram biest per kilo geboortegewicht te krijgen.

Dieren die te weinig biest opnemen, groeien een stuk slechter. 'Een groter aandeel van de eiwitten wordt gebruikt als energiebron waardoor er minder beschikbaar blijft voor groei en afweer', licht Decaluwé toe.

Om de biest zo gelijkmatig mogelijk te verdelen, adviseert Decaluwé biggen alternerend te zogen, bijvoorbeeld door de eerste zes à zeven biggen tijdelijk (twee tot vier uur) af te zonderen op een verwarmde plek. 'Elke big moet liefst binnen een half uur beginnen te drinken.'