‘Met veehouders zoeken we de grens op’

Veel boeren zijn bang om het ruw-eiwitgehalte in het rantsoen te verlagen naar 15 procent. ‘Maar dat is nergens voor nodig’, zeggen deskundigen. Veehouders kunnen de grenzen gerust opzoeken.

‘We weten van de deelnemers van Koeien en Kansen én van andere voorlopers dat een ruweiwitgehalte van 15 procent prima haalbaar is, ook voor de gewone boer’, zegt Teus Verhoeff, adviseur bij PPP Agro Advies en begeleider van het netwerk ‘Waarheen met ammoniak op veen’. Volgens hem zijn er zelfs melkveehouders die een gehalte van 14 procent ruw eiwit durven na te streven.
In het netwerk gaan de veehouders op een laagdrempelige manier onderzoeken met hoeveel ruw eiwit een koe nog goed blijft functioneren (zie kader). ‘Een te laag gehalte in het rantsoen kan ten koste gaan van de melkgift. Het is daarom een beladen onderwerp. Samen met de veehouders zoeken we die grens op.’
De melkveehouders buigen zich tijdens de proef over de vraag of een teveel aan ruw eiwit wel nodig is. Het zorgt namelijk voor meer stikstof in de urine, en dat kan zorgen voor een verhoging van de ammoniakemissie. ‘Ons motto is: wat een koe niet vreet, dat schijt ze niet. We gaan dat nu letterlijk onderzoeken.’
Ook volgens Zwier van de Vegte, manager van KTC De Marke in Hengelo (Gld), is er vaak nog veel ruimte als het gaat om het verlagen van het ruweiwitgehalte. ‘Kijk goed naar je tankureumgehalte. Ligt die boven de 20, dan valt er nog veel te halen. Op bedrijven met veel gras wordt er al snel extra eiwit bijgevoerd als het even niet lekker melkt. Maar dat is niet de juiste oplossing.’

Ontwikkelruimte

Volgens Van de Vegte pakt een melkveehouder daarmee niet het probleem aan. ‘Je moet juist méér energie voeren. De snelheid waarmee het eiwit in het rantsoen wordt afgebroken moet in verhouding zijn met de snelheid waarmee energie vrijkomt.’ Pas als dat in balans is, kunnen veehouders goede resultaten boeken. Koeien geven makkelijker melk, de voer- en stikstofefficiëntie verbetert en de ammoniakemissie daalt.
‘Op een gemiddeld bedrijf ligt de stikstofbenutting op 25 procent, maar die kan gerust omhoog naar 30 procent. Het betekent wel dat veehouders bij het samenstellen van het rantsoen de grenzen moeten opzoeken, en dat zijn ze vaak niet gewend. Ze moeten méér op behoefte gaan voeren’, meent Van de Vegte.
Op die manier is het mogelijk om met weinig inspanningen de ammoniakemissie al snel met 10 procent te reduceren. Hij raadt melkveehouders aan om hier eens ervaring mee op te doen. ‘Op dit moment worden boeren er nog niet voor beloond. Maar mocht het bedrijfsspecifiek onder de PAS komen te vallen, waar ik voorstander van ben, dan kan een ammoniak-reductie leiden tot extra ontwikkelingsruimte. Die kant gaan we zeker op met de melkveehouderij.’
Of een ruweiwitgehalte van 15 procent haalbaar is, hangt volgens Van de Vegte af van de melkgift. ‘Bij pakweg 6.000 liter per jaar kun je al uit de voeten met 130 gram ruw eiwit. Maar melk je meer dan 10.000 liter per koe, dan zal het voer veel geconcentreerder zijn en zit je al snel aan 160 gram ruw eiwit.’
Op weidebedrijven verdient het volgens de KTC-manager de aandacht om het bemestingsniveau goed af te stemmen op de grasproductie per hectare. ‘Zo kun je het ruweiwitgehalte in het gras in de hand houden. Bij 180 of 190 gram ruw eiwit is het bijzonder lastig om daar nog een scherp rantsoen van te maken.’

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    12° / 4°
    30 %
  • Zaterdag
    17° / 7°
    70 %
  • Zondag
    18° / 11°
    50 %
Meer weer