'Meer maatwerk nodig bij mestbeleid'

Het huidige mestbeleid ligt vast in het vijfde actieprogramma Nitraatrichtlijn voor de periode 2014-2017. Op hoofdlijnen is geen aanpassing mogelijk. Met een aantal equivalente maatregelen wil LTO Nederland streven naar flexibiliteit en meer maatwerk.
Harry Kager van LTO Nederland: 'De huidige strenge gebruiksnormen zijn op basis van opbrengsten uit de jaren 2002-2006. Die zijn een bedreiging voor de bodemvruchtbaarheid en de gewasopbrengsten. Met equivalente maatregelen is daar op korte termijn wat aan te doen.'
Met equivalente maatregelen is meer individueel maatwerk mogelijk. LTO denkt aan opbrengstafhankelijke stikstof- en fosfaatnormen, extra stikstofnorm bij vervangen van drijfmest door kunstmest, mineralenconcentraten en/of dunne mest en rijenbemesting in mais. Deze maatregelen zouden volgens LTO in 2016 moeten ingaan.

Bodemvruchtbaarheid

Bij de opbrengstafhankelijke stikstof- en fosfaatnormen zijn er ideeën voor vijftien akkerbouwgewassen en vollegrondsgroenten. Deze gebruiksnormen moeten een verdere afname van de bodemvruchtbaarheid voorkomen, door de hogere afvoer aan stikstof en fosfaat te compenseren met hogere giften (zie tabel).
Volgens Romke Postma van NMI-Agro zorgen vooral de scherpere N-gebruiksnormen op de löss- en zandgronden in het zuiden voor dalende opbrengsten van veel gewassen. Het kost een bedrijf met 10 hectare consumptieaardappelen, 10 hectare suikerbieten en 10 hectare snijmais zo'n 3.000 euro per jaar, zo blijkt uit berekeningen.
'De gebruiksnormen geven knelpunten, maar niet in alle gevallen', zegt Postma. Hij wijst daarbij onder andere op de grote spreiding in fosfaattoestanden op bouwland. 'Het streven is een Pw-getal van 30 à 40. Op veel percelen zijn hogere fosfaatgehalten en is nog sprake van een luxe situatie. Bij lage Pw-getallen is reparatie mogelijk.'

Organisch stofgehalte

De gebruiksnormen voor fosfaat beperken de mogelijkheden om het organische stofgehalte van de grond op peil te houden. Daardoor verschijnen er paniekerige verhalen in de media als zou het organische stofgehalte van veel gronden achteruit hollen.
Postma kan dat niet bevestigen. 'Gemiddeld is er in Nederland geen sprake van een daling, maar er zijn verschillen.' Problemen doen zich vooral voor bij bouwplannen met gewassen die weinig organische stof achterlaten of als er weinig ruimte is voor groenbemesters. 'Maak een bodemplan en gebruik een organische stofbalans', luidt zijn advies.

O

Het generieke mestbeleid is volgens LTO op langere termijn niet goed voor behoud van de bodemvruchtbaarheid. Het biedt te weinig mogelijkheden om rekening te houden met bodem- en opbrengstverschillen. LTO wil daarom van generiek naar specifiek mestbeleid.
Voor het mestbeleid vanaf 2018 pleit LTO daarom voor fundamentele wijzigingen, zoals meer individuele verantwoordelijkheid en meer ruimte voor bodemverbeteraars. Boeren die de bodemvruchtbaarheid verbeteren, zou je moeten belonen met hogere gebruiksnormen.
Kager: 'Daarvoor is veel animo bij ondernemers. Ze willen ruimte om het organische stofgehalte te verhogen. Een beloningssysteem zou door het grotere draagvlak wel eens effectiever kunnen werken.'

Nitraatrichtlijn

Door het mestbeleid heeft de land- en tuinbouw een groot deel van de problemen kunnen oplossen. 'Door de lagere stikstofnormen gaat het de goede kant op met de norm van maximaal 50 milligram NO3 per liter grondwater in de Nitraatrichtlijn', zegt Kager. Alleen de löss- en zandgronden in vooral het zuiden van het land halen de norm niet.

Oppervlaktewater

Naast de Nitraatrichtlijn heeft de land- en tuinbouw ook te maken met de Kaderrichtlijn Water. Deze heeft een brede doelstelling. Het blijkt dat het nitraatgehalte van het oppervlaktewater vaak te hoog is voor een goede ecologische kwaliteit van het oppervlaktewater. Vertegenwoordigers van waterschappen vragen zich af of er wel ruimte is om de gebruiksnormen te verhogen.

Geen verband

Waterschappen meten op verschillende locaties de nitraatgehalten van oppervlaktewater. Bij te hoge gehalten aan stikstof en fosfaat is er qua verdeling over het land geen goede verklaring. Ook is er geen verband tussen stikstof en fosfaat. Dat zou kunnen komen omdat gebruiksnormen zijn gericht op het grondwater. De vraag is of verdere aanscherping van de normen wel effectief is.

Rijenbemesting

Volgens Herre Bartlema van het Nederlands Centrum voor de Ontwikkeling van Rijenbemesting (NCOR) is er vooral vooruitgang te boeken door het gebruik van vloeibare meststoffen in combinatie met rijenbemesting. 'Met rijenbemesting is met de juiste hoeveelheid, op het juiste moment en op de juiste plaats te bemesten. Met deze techniek kun je veel netter werken dan met korrelkunstmest in combinatie met centrifugaalstrooiers.'
Bartlema wijst er op dat met vloeibare meststoffen en rijenbemesting betere rekening is te houden met de variatie binnen een perceel. Dat is goed voor boer en milieu. Hij pleit ervoor om precisiebemesting op te nemen als vergroeningssysteem. 'Je kunt reststromen uit bijvoorbeeld luchtwassers benutten en het is makkelijk in de boekhouding te registreren.'

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    14° / 7°
    70 %
  • Zaterdag
    15° / 7°
    70 %
  • Zondag
    15° / 5°
    20 %
Meer weer