Belang biostimulant wortelt wereldwijd

Dat resulteert in een sterkere plant die beter bestand is tegen ziekten, plagen en stress en voor de teler een hogere opbrengst en dito kwaliteit. Andere voordelen zijn dat telers zuiniger kunnen zijn met water en mineralen dankzij de betere benutting van deze stoffen door de plant.
En in deze tijd ook geen onbelangrijk voordeel: door hun effect op de weerbaarheid van planten verminderen biostimulanten het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen.
De huidige Europese markt voor biostimulanten wordt door de European Biostimulants Industry Council (EBIC) geschat op 1 miljard euro, een verdubbeling ten opzichte van 2013 toen er zo’n 3 miljoen hectare in Europa mee was ‘behandeld’, al is het bedrag niet eenduidig en afhankelijk van de definitie van het begrip biostimulanten. Marktstudies voorzien de komende vijf jaar een groei van deze markt met 15 tot 20 procent per jaar.

Veelzeggend signaal

Niet alleen in Europa leeft dit onderwerp, blijkt uit de massale belangstelling voor het tweede World Biostimulants Congress in Florence. Voor marketingdirecteur Peter Maes van Koppert Biological Systems is het een veelzeggend signaal.
‘Het geeft aan dat de sector qua interesse een gigantische stap voorwaarts heeft gemaakt. Je ziet dat er vanuit technologisch en wetenschappelijk perspectief wordt gekeken naar wat biostimulanten kunnen betekenen voor de land- en tuinbouw. Er was wel wat aandacht voor, met name in Wageningen, maar het neemt nu wereldwijd toe. Een teken van professionalisering.’
Die professionalisering was nodig, stelt Maes. ‘Aan biostimulanten kleefde een reputatie van: baat het niet, dan schaadt het niet. Je ziet nu dat de hele keten - van onderzoek, toeleveranciers tot toepassende bedrijven - heeft omarmd dat er naast nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen een wereld bestaat die noch tot de ene stroom behoort, noch tot de andere, maar wel onderlinge interactie heeft. Die nieuwe wereld zijn we nu aan het ontdekken.’
Op de opmerking dat er altijd toch wel kennis over biostimulanten is geweest, antwoordt Maes: ‘Tuurlijk. Maar altijd was die kennis sterk gericht op de praktijk. Bijvoorbeeld: wat moet er gebeuren als de bodem te droog of te nat is? Nu gaan we de effecten van biostimulanten op een wetenschappelijke manier verklaren, op genniveau, op DNA-niveau.’
Koppert, dat zelf ook onderzoek doet en biologische gewasbeschermingssystemen levert, is met 1.200 medewerkers actief in ruim honderd landen.

Economische schade

De economische schade aan cultuurgewassen door ‘abiotische stress’ ofwel externe milieufactoren die geen biologische oorsprong hebben, schat Maes wereldwijd op jaarlijks 200 miljard euro. Waar de grootste schade optreedt, is lastig te zeggen. Die verschilt namelijk per teelt én per geografisch gebied.
In Nederland is die schade relatief laag en voornamelijk te wijten aan uitzonderlijke problemen in de waterhuishouding, bijvoorbeeld droogte in de zomer. Wereldwijd zijn de problemen groter en kunnen biostimulanten een oplossing bieden.
Het recente succes van de conferentie in Florence ziet Maes derhalve als een teken van bewustwording. ‘Het is nog geen gelopen race, er moet nog veel gebeuren. Te beginnen met het opleiden van nieuwe boeren en tuinders met deze materie.’
Wel is het de marketingdirecteur duidelijk waar het uiteindelijk toe moet leiden. ‘De land- en tuinbouw steunt nu op twee pijlers: nutriënten/meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen. Daar komt nu een derde pijler bij: biostimulanten. Chemische gewasbeschermingsmiddelen zijn niet altijd de goede oplossing, daar is nog veel efficiëntie te behalen.’
Ook kunstmeststoffen zijn volgens de marketingdirecteur niet altijd optimaal. ‘Zo wordt soms 30 tot 50 procent niet opgenomen, door uitspoeling of doordat ze immobiel worden in de bodem. Uiteindelijk zal er door goede biostimulanten minder behoefte komen aan kunstmeststoffen’, verwacht hij.
‘Voor een deel zal het kannibaliseren, maar in mijn opinie zijn biostimulanten aanvullend. De telers zijn in deze de vragende partij. Zij voelen de regels van de wetgeving, de eisen van de consument naar duurzaam, veilig voedsel’, aldus Maes.
‘Voor telers zal de grotere vraag betekenen dat telen kennisintensiever wordt. Wat doe ik nu precies en hoe kan ik meten wat het betekent, bijvoorbeeld voor residuvrij telen, voor resistentiemanagement? Wat betekent het voor de meststoffen, de fosfaten? Allemaal nieuwe wetenschap. Kennis die overgedragen zal moeten worden. Daarom is het noodzaak dat biostimulanten een bredere scope krijgen, sectorbreed.’

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Woensdag
    10° / 2°
    70 %
  • Donderdag
    10° / 3°
    70 %
  • Vrijdag
    11° / 2°
    50 %
Meer weer