Familie Smeets; een typisch grensgeval

Op de vraag of ze zich meer Nederlander dan Belg voelen, laat het antwoord niets aan duidelijkheid te wensen over. ‘Daar waar het op dat moment kermis is.’
Volgens de overlevering wordt het huis waarin de familie Smeets woont, eind 1944 als eerste in Nederland door de Amerikanen bevrijd. ‘Eén dag voor de feitelijke bevrijding van Eijsden’, weet vader Willy Smeets te vertellen. ‘De vlag mocht nog niet in de top, omdat de Duitsers anders wisten waar de Amerikanen zaten.’

Twee takken

Vandaag de dag kent het bedrijf twee takken: een loonbedrijf en de melkveetak met zestig stuks koeien. Vader Willy en moeder Gemma Smeets nemen het bedrijf in 1990 over van de ouders van Willy.
‘We hebben te weinig koeien om een gezin dat uit zes personen bestaat, te onderhouden. Vandaar dat we onlangs het loonbedrijf van de familie Houten in Mesch over hebben genomen’, vertelt zoon Désiré Smeets. ‘We werkten al ruim acht jaar als chauffeur voor de familie Houten en kenden het bedrijf al.’

Studeren in België

De lagere school doorlopen de vier kinderen in het verderop gelegen dorp Mesch. Voor de middelbare school wijken ze uit naar het Belgische Voeren.
Ook na de middelbare school kiest het viertal voor een vervolgopleiding aan een hogeschool in België.
De broers Willy en Désiré studeren landbouwmechanisatie en Wilma kiest voor landbouwkunde. De derde van de vier kinderen, zusje Gwenny, slaat een andere weg in en specialiseert zich in kinderverpleegkundige. ‘Aanvankelijk wilde ze veearts worden’, legt haar moeder uit.
Hoewel Eijsden relatief gezien dichtbij ligt, kiezen de vier kinderen er dus toch voor om in het buurland te gaan studeren.
‘In België ga je iedere dag van negen tot vier uur naar school, zonder tussenuren. Is een leraar ziek, dan blijf je gewoon op school om huiswerk te maken. Het is allemaal een stuk strakker dan in Nederland, maar dat hebben we niet als onprettig ervaren’, verduidelijkt Wilma Smeets.

Wintertijd

Is er vooral in de winter minder werk voor het loonbedrijf, dan zijn er nog altijd de koeien en het onderhoud aan de machines, dat de familie zo veel mogelijk zelf doet. ‘Sommige dingen moet je uitbesteden, maar als we zelf iets kunnen repareren, dan doen we dat ook’, vertelt Willy Smeets.
Behalve chauffeur en het doen van reparatiewerkzaamheden is Désiré Smeets de man van de planning en doet zijn zus Wilma de boekhouding, de elektronica en meestal de minder zware reparaties. Zoon Willy voert reparaties uit en gaat aan de slag met nieuwe ideeën om het werkgemak te optimaliseren.
Het komt ook voor dat de werkzaamheden elkaar overlappen. ‘Verder kunnen we rekenen op de hulp van familie Houten, die regelmatig bijspringt.’

Andere dynamiek

De dynamiek binnen een familiebedrijf is heel anders dan bij een bedrijf dat personeel in dienst heeft. De familie Smeets vormt daarop geen uitzondering.
‘Stel dat er problemen zijn, dan kun je een personeelslid in het ergste geval ontslaan. Bij familie ligt dat anders, want je zit ook samen aan tafel.’