Hoeve Vredeveld speelt in op veranderingen zorg

Tienke WoudaOok kunnen mantelzorgers en verenigingen die aan zorg doen, gratis gebruikmaken van de overcapaciteit van de boerderij, geeft Groot aan. ‘Hierdoor doen we iets extra’s voor de gemeenten. We vergroten bovendien de naamsbekendheid van ons bedrijf.’
De familie Groot kwam in 1970 naar Flevoland, toen ze het akkerbouwbedrijf bij Amsterdam verkocht voor een industrieterrein. ‘Mijn broer en ik hebben het bedrijf voortgezet.’
De broers stopten in 2005 met de teelt van droogbloemen. ‘Het werken met scholieren lag mij wel. De stap naar een zorgboerderij die ik samen met mijn dochter Astrid run, was toen niet groot meer.’
Dagelijks komen er zo’n 25 deelnemers die verschillende capaciteiten en problemen hebben. Zowel kinderen, volwassenen als ouderen komen naar de boerderij. Daarnaast komen er ook nog negen kinderen naar het kinderdagverblijf.
‘Een groot voordeel van de brede samenstelling is dat het de problemen verdunt. In een gemixte groep helpen mensen elkaar. Dat werkt heel mooi.’
Toch maakt Groot zich meer en meer zorgen over de regels in de zorg. ‘Zo moeten we van de Inspectie voor de Volksgezondheid medicijnenlijsten hebben van alle deelnemers. Dat gaat de verkeerde kant op. We kunnen er niet voor instaan dat de lijst altijd actueel is als we afhankelijk zijn van de deelnemers voor het bijhouden hiervan.’
Volgens Groot is het juist zaak om als zorgboer te zorgen dat je boer blijft. ‘Dat spreekt ons erg aan. Zeker als je ziet hoe de boerderij mensen goed doet. Ze worden niet altijd beter, maar voelen zich wel beter.’
Naast de zorg veranderen de andere takken op het bedrijf. ‘Dit voorjaar is onze schoonzoon begonnen met melken. De melkveehouderij wordt biologisch, met de akkerbouw gaan we ook omschakelen.’
De betere marktkansen en de goede samenwerking waren de hoofddrijfveren om om te schakelen. ‘Ook voor participatie met de samenleving geeft dit meer mogelijkheden om burgers meer van die prachtige landbouw mee te laten beleven’, geeft de Flevolandse zorgboer aan.
‘Met de verkoop via de eigen winkel, het bezoeken van de boerderij, maar ook door de werkfeestjes en hun eigen eten bereiden op de houtgestookte ovens en het -fornuis kunnen mensen daaraan meedoen.’