‘Te weinig effect van aanzuren bij aanwenden mest’

‘In het verleden is er het nodige onderzoek gedaan naar de effecten van het aanzuren van bovengronds uitgereden drijfmest’, vertelt onderzoeker Jan Huijsmans van Wageningen UR. ‘Binnen Proeftuin Natura 2000 Overijssel leefde de vraag of aanzuren ook een bijdrage aan de ammoniakreductie kan leveren als je het combineert met emissiearme uitrijtechnieken als de zodebemester en de sleepvoetmethode. Deze reduceren de emissie op zich al, en mogelijk is met een beperkte hoeveelheid zuur dan een extra reductie te bereiken.’
Vorig jaar is een sleepvoetbemester met zuurdoseerder aan het werk geweest na de eerste snede. De onderzoekers deden proeven met twee doseringen: 4 liter zwavelzuur per kuub mest en 2 liter zwavelzuur per kuub mest. Huijsmans: ‘Het effect viel ons tegen. Bij de hoge zuurdosering bereikten we gemiddeld 24 procent reductie vergeleken met uitrijden zonder zuur. Bij de lage dosering kwamen we niet verder dan gemiddeld 7 procent reductie.’
Toevoegen van zwavelzuur aan drijfmest leidde wel tot een hogere grasopbrengst. Bij de hoge zuurdosering was dat bij de eerste snede na het aanwenden gemiddeld 10 procent. ‘Of dat alleen toe te schrijven is aan een groter stikstofaanbod in de bodem door minder ammoniakvervluchtiging, weten we niet. Ook de extra zwavelgift had mogelijk een positief effect op de opbrengst.’
Huijsmans concludeert dat aanzuren tijdens het aanwenden van drijfmest voor de praktijk niet veel perspectief biedt. ‘Ons onderzoek liet zien dat je veel zuur moet toevoegen om een redelijke ammoniakreductie te bereiken. Daarmee wordt de zwavelbelasting van de bodem te hoog.’
Hij ziet nog steeds kansen voor secuurder werkende emissiearme bemesters. ‘Toen de veehouderij enkele decennia geleden door overheidsregels aan de slag moest met emissiearm aanwenden van drijfmest, waren er machines op de markt waarmee een ammoniakemissie van minder dan 15 procent mogelijk was. Nu wordt een gemiddelde emissie van 19 procent aangehouden. Ik hoop dat we in een vervolg op de Proeftuin de ruimte krijgen om te experimenteren en het effect van beter/netter aanwenden van de mest aan kunnen tonen.’