‘Naar een procesgang op feiten’

Halverwege 2014 kocht Stegink voor 5 euro de app Day One. Dit is een digitaal dagboek waaraan ook filmpjes en foto’s kunnen worden gekoppeld. Die app kwam bij toeval op zijn pad via John Stegink (zie kader). ‘Ik was al langer op zoek naar een eenvoudige, digitale manier om gebeurtenissen en omgevingsfactoren vast te leggen. Een logboek dat ook dienst zou kunnen doen als naslagwerk.’
Het kopen van de app was één, deze bruikbaar maken voor Piggy’s Palace was een ander verhaal. Stegink werkt met een driewekensysteem. In het dagboek ‘tagt’ hij zeugengroepen en dekweekgroepen.
‘’Tagging’ is het toevoegen van bijkomende gegevens, sleutelwoorden of informatie aan bestaande gegevens. Daardoor kun je alles herleiden’, licht Stegink toe.

Uniform vastleggen

De afgelopen maanden gebruikte de ondernemer om te ervaren wat moet worden vastgelegd en hoe. Sparringpartner is Richard ter Braak van ForFarmers Hendrix.
‘Wat zet je erin en hoe tag je de koppelingen, zodat de informatie die je vastlegt, ook bij elkaar komt? De kunst is uniform werken. Dat wat je wilt vastleggen, moet je ook direct doen, anders ben je het kwijt. Je input bepaalt de output.’ Dat proces kostte tijd en ergernis, maar gaf ook meer inzicht in processen.
Stegink noemt enkele voorbeelden: ‘Van bepaalde tomen hebben we herleid dat de koelbox voor het sperma niet goed werkte. We traceerden dat er 60 kuub meer water was verbruikt. Er was een afdeling bij de zeugen waar we structureel meer vliegen hebben. En we kunnen nu vaststellen wat de effecten zijn van entingen bij lichaamseigen temperatuur ten opzichte van koelkasttemperatuur.’
Ook de weersvoorspellingen legt Stegink vast in de app. Alle bezoekverslagen van erfbetreders hebben een plekje in de app die Stegink ook gebruikt om bijvoorbeeld de eindvoorraad voer door te geven aan de boekhouder. ‘We zijn de afgelopen maanden op ons bedrijf gegroeid naar een procesgang op feiten.’

Transparant samenwerken

Alle teamleden van Piggy’s Palace gaan over op een Apple-telefoon. Zij appen wat zij tegenkomen in de stal en sturen foto’s, Stegink tagt en voegt toe. Als het nodig is, maken ze gebruik van FaceTime. Dit is een videogesprek.
De verwachting is dat medio september ook anderen dan Stegink toegang krijgen tot het dagboek. Allereerst zijn medewerkers, maar de opzet is dat ook zijn toeleverancier en dierenarts toegang krijgen.
‘Het streven is op een efficiënte en transparante manier met elkaar samen te werken. Ik hoop dat het DidaDagboek op ons bedrijf uitgroeit tot een digitaal naslagwerk.’