ZLTO pakt door in transitie

Nieuws 14 maa 2015 om 12:00uur

Hendrik Hoeksema treedt per 1 april in dienst bij ZLTO als programmaleider transitie. Hoeksema (48) heeft twintig jaar ervaring in het domein van agri en food, waarvan de laatste negen jaar als wethouder in Oss.

De wereld om ons heen is in beweging. Dat geldt ook voor het systeem van bijvoorbeeld de productie van voedsel en energie. Het is in het belang van de leden en de agrarische sector dat de ZLTO-organisatie deze beweging stimuleert en ook op het erf mogelijk maakt.
Het gaat allemaal niet vanzelf en met de nodige horten en stoten. Dat is typisch aan een transitie. ‘Noem het de transitieparadox’, zegt Hoeksema. ‘Veel ondernemers werken in een systeem van kostprijsreductie, wetende dat het eigenlijk niet langer houdbaar is. ZLTO ziet dat gelukkig ook in. Het is nu van belang dat leden dat ook zien, erachter staan en meebewegen.’
Er is geen sprak van één beweging, is de ervaring van de oud-wethouder. ‘In Oss zitten bijvoorbeeld op 1 vierkante kilometer drie boeren die allemaal een andere beweging maken. Dat is typisch aan een transitie, het gaat niet één kant op.’
Hoeksema heeft geen agrarische achtergrond, maar heeft altijd veel met boeren en tuinders te maken gehad. Ook ZLTO is geen onbekende voor hem. In zijn ‘Osse jaren’ kon hij er niet omheen, iets wat hem zowel op lokaal als regionaal niveau goed is bevallen.
‘In de Ruwenbergconferentie over de verduurzaming van de veehouderij in Noord-Brabant of rond het Verbond van Den Bosch zie je dat ZLTO zich van een nieuwe kant liet zien. In de visie van ZLTO is het transitiedenken goed verankerd én er wordt naar gehandeld. Ik lever graag een bijdrage aan de versnelling ervan.’
ZLTO heeft al tal van innovatieve projecten lopen. Precisielandbouw, biobased toepassingen en nieuwe afzetconcepten bijvoorbeeld. Het is aan Hoeksema om deze ambities van ZLTO met andere partners om te zetten in ondernemerskansen. Daarbij richt de netwerker zijn blik vanzelfsprekend op het landelijk gebied, maar ook op de stad.
‘De toekomst van de landbouw wordt voor een belangrijk deel bepaald in de stad. Daar zitten niet alleen kritische burgers, maar ook de consumenten. Het creëren en houden van draagvlak in de stad is cruciaal. De burger moet meedoen en is ook in transitie. We hebben al veel te lang en te vaak tegenover elkaar gestaan.’