Preciesiebemesting vraagt om andere machines

Precisiebemesting vraagt om goede rekenregels die de waarden van de sensoren omzetten in juiste afgifte van een machine. Tegelijk zijn er machines nodig die de meststoffen nauwkeurig kunnen verdelen. De zwakste schakel bepaalt het uiteindelijke resultaat.
Bij de kunstmeststrooier is steeds meer techniek te zien: strooicomputer, wegen, variabel doseren met gps en automatisch strooien van secties met gps. ‘De machine is daardoor drie keer zo duur als een gewone kunstmeststrooier geworden. Toch stappen veel akkerbouwers snel over’, weet Richard Korver van DLV Plant.
Volgens Korver zijn er echter grenzen aan de nauwkeurigheid. ‘Je krijgt het nooit 100 procent goed als je vanuit één punt kunstmest strooit over een werkbreedte van bijvoorbeeld 45 meter.’
Daarnaast spelen factoren een rol waar telers geen invloed op hebben. Bijvoorbeeld de kwaliteit van de kunstmest en de windgevoeligheid bij grote strooibreedtes.
Fabrikanten komen daarom ook met andere technieken. Met de SensiSpray van Homburg is het mogelijk met de veldspuit onafhankelijk van de rijsnelheid de hoeveelheid meststof per 3 meter boombreedte aan te sturen. Rijentoepassing met vloeibare meststoffen is een andere techniek. Het biedt mogelijkheden om de meststof in de grond dicht bij het zaaizaad of het pootgoed toe te dienen.
Veenhuis en John Deere zijn bezig met gehaltemeting van drijfmest tijdens de aanwending. Sensoren meten de gehalten stikstof, fosfor en kalium in de mest. Zo is het mogelijk om nauwkeurig te bemesten. Dat zou laboratoriumonderzoek overbodig kunnen maken.
Veenhuis denkt de apparatuur eind dit jaar praktijkrijp te hebben. John Deere verwacht in 2016 klaar te zijn.