De krokodillen onder de bomen

Samen met Frank van Tol is Druijff op zoek gegaan naar andere prehistorische soorten. Ze vonden de Wollemia nobilis uit Australië en de Sciadopitys verticillata uit Japan. Druijff besloot deze bomen als klein plantgoed te importeren en op te kweken.
‘De teelt van deze prehistorische bomen is niet eenvoudig. Ze gedijen het best in de vollegrond en groeien langzaam.’ Inmiddels kweekt Druijff ook de Araucaria araucana en de Cunninghamia lanceolata op.
De kweker koopt de planten in het voorjaar in als ze een aantal jaren oud zijn. ‘Het duurt vier tot acht jaar voordat een boom volwassen is. Daarom koop ik ze als kleine of grote plant in en kweek ze daarna verder op. Ik huur percelen met in totaal een oppervlak van een kleine hectare, onder andere bij Van Tol & Co. Ik ben bewust op zoek gegaan naar een bijzonder product. De grote jongens kun je niet bijbenen, dus moet je een nicheproduct hebben om je te onderscheiden.’

Pionieren

De ondernemer vindt het leuk om te pionieren, maar ze heeft gemerkt dat ze zelf haar markt moet creëren. ‘Je moet klanten enthousiast maken, bijvoorbeeld door op beurzen te gaan staan en jezelf kenbaar te maken.’
Druijff richt zich op de professionele markt. ‘Het zijn prijzige producten, maar het loopt redelijk goed. Mijn klanten heb ik vooral kunnen interesseren via beurzen, waar mensen de planten in het echt zien. Laatst was er een klant uit Italië, die een hele kar vol bestelde. Daar ben ik dan blij mee. Het kost wel wat om mee te doen met een beurs, maar je moet investeren voordat je kunt verkopen.’
De kweker heeft geen bedrijfsplan gemaakt. ‘Ik ben ervan overtuigd dat als je ergens enthousiast over bent en er plezier in hebt, het wel gaat lopen. Om niet alleen afhankelijk te zijn van inkomsten uit mijn eigen bedrijf, werk ik van half december tot en met maart bij een Salix-kwekerij. De verzorging van mijn planten doe ik dan ’s avonds en in het weekend.’
‘In principe hebben de bomen in de winter weinig verzorging nodig, maar bij vorst kunnen ze wel wat bescherming gebruiken. Ik had begin december tunnels gezet, maar die heb ik na een storm weer terug moeten plaatsen.’
Als Druijff nieuwe planten binnenkrijgt, dan gaan die voor ongeveer twee jaar de grond in. ‘Kleine producten zijn minder gevoelig voor ziekten en plagen dan massaproducten. Ik houd rekening met de gevoeligheden van de planten: Araucaria en Wollemia zijn vatbaar voor phytophthora en daarom houd ik de bodem open. De Sciadopitys moet luw staan, omdat hij niet goed tegen tocht kan. Ik gebruik zo weinig mogelijk bestrijdingsmiddelen en probeer gezond en milieuvriendelijk te werken.’
Van de Sciadopitys heeft Druijff vorig jaar vijfhonderd grotere en elfhonderd kleinere en van de Cunninghamia’s zo’n vijfhonderd exemplaren verkocht. ‘De Wollemia’s zijn best lastig te krijgen, omdat het drie jaar duurt voordat het zaad rijp is. Ik had ongeveer vijfhonderd stuks en die zijn zo goed als uitverkocht.’
Druijff is aangesloten bij FloraHolland. ‘Het is fijn dat de betalingen via de veiling lopen’, vindt ze. ‘En ze houden de administratie bij van de Deense karren, dat is ook gemakkelijk.’

Folder in vijf talen

De kweker heeft inmiddels een website en folders gemaakt met foto’s van een vriendin, die fotograaf is. ‘Ik heb zelf etiketten ontworpen, die zijn uitgewerkt door Star Design. Dat kost wel wat, maar nu heb ik duidelijke en herkenbare etiketten’, zegt ze.
‘Omdat ik me richt op de hele Europese markt, is de folder in vijf talen gemaakt. Ik heb verschillende vrienden en kennissen in kunnen schakelen voor de vertaling. Op die manier spaar ik kosten uit.’
Druijff wil het assortiment graag verder uitbreiden. ‘Ik vind het mooi om de krokodillen onder de bomen meer bekendheid te geven en ben op zoek naar oorspronkelijke soorten, geen cultivars. Ik heb al eens gekeken naar de Dicksonia antarctica, een boomvaren, maar die groeit hard en gemakkelijk en is daarom al veel in de handel. Iets soortgelijks geldt voor de Ginkgo biloba. Daar ga ik niet mee verder. Ik ben echt op zoek naar nicheproducten.’