‘We werken altijd mee aan vooruitgang’

Bart BostersBoerenbloed kruipt blijkbaar toch waar het niet gaan kan. ‘In november werd ik benaderd door de vertrouwenscommissie. Veel bedenktijd had ik niet nodig, want ik heb altijd passie gehad voor belangenbehartiging en voor de agrarische sector’, vertelt Van de Vin (50).
De Limburger heeft van zijn negentiende tot zijn vierenveertigste op het ouderlijk akkerbouwbedrijf in Neeritter gewerkt, dat hij al op zijn tweeëntwintigste overnam. Daar deed hij ruime ervaring op met akkerbouwgewassen van suikerbieten, aardappelen en granen tot groentegewassen als prei, schorseneren, asperges en erwten. De laatste jaren werden er vooral dahlia’s verbouwd.
In die tijd maakte Van de Vin ook kennis met het bestuursvak. Vier jaar was hij voorzitter van telersvereniging Noliko en eenzelfde periode was hij voorzitter van het toenmalige Agrarisch Jongerenwerk Weert, het latere Limburgs Agrarisch Jongeren Kontakt (LAJK).

Carrièreswitch

Van de Vin was de derde generatie binnen het familiebedrijf. In 2008 verkocht hij echter de grensboerderij die meer grond in eigendom had in België dan in Nederland. ‘Ik wilde wat anders en ben daarbij in het rijke bezit van drie dochters, dus ik zag de opvolging ook al een beetje in het gedrang komen.’
Na het besluit te verkopen begon Van de Vin met een cursus makelaardij. Na afronding vond hij werk bij Arvalis, de agrarische adviestak van de LLTB, tot hij drie jaar later voor zichzelf begon.
‘Mijn geschiedenis en huidige werk vormen een ideale combi voor mijn toekomstige taken als vakgroepvoorzitter’, verwacht Van de Vin.
De nieuwe akkerbouwvoorman verwacht er ongeveer een dag in de week zoet mee te zijn, want het is niet alleen het voorzitterschap van de LLTB-vakgroep, maar hij neemt tegelijk ook zitting in de landelijke vakgroep Akkerbouw van LTO Nederland, de nog op te richten Brancheorganisatie Akkerbouw en verschillende landelijke werkgroepen.
Onderwerpen die zijn onverdeelde aandacht hebben de komende tijd zijn onder meer de eisen die voortvloeien uit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB), gewasbescherming, grondprijzen en genetisch gemodificeerde organismen (ggo’s).
‘De vergroeningseis van 5 procent uit het GLB kan voorlopig door middel van vanggewassen worden ingevuld, maar dat percentage zal op den duur worden verhoogd. Het is aan ons om te laten zien dat het landschap dat wij creëren mooi is en hoeveel beter we het al doen dan tien jaar geleden’, zegt Van de Vin.
Het is volgens de nieuwe vakgroepvoorzitter naar de toekomst toe onverantwoordelijk om nog meer dure grond uit de productie te nemen. ‘Het moet maar eens duidelijk worden dat natuur mooi is, maar dat een bloeiende economie ook niet onbelangrijk is’, stelt hij met gevoel voor understatement.

Gewasbescherming

Een ander punt zijn de gewasbeschermingsmiddelen. Steeds meer middelen worden uit de handel genomen, terwijl er toch al aanzienlijk minder worden gebruikt dan vroeger. ‘Bovendien is het appels met peren vergelijken’, vindt Van de Vin. ‘De actieve stoffen in die middelen waren vroeger veel meer belastend voor het milieu. De geboekte winst is dus vele malen groter dan nu alleen in kilo’s wordt aangegeven.’
‘Kijk, we werken als akkerbouwers altijd mee aan vooruitgang, maar je moet met de middelen die nog worden toegestaan in de gangbare landbouw wel een goede productie kunnen bereiken.’

Ggo’s

Ten slotte de ggo’s. ‘Die mogen dan door de EU zijn goedgekeurd, maar de lidstaten mogen nog altijd zelf bepalen hoe ze daarmee omgaan.’
Volgens de vakgroepvoorzitter spelen er zo veel factoren mee, dat daar goed over moet worden nagedacht. ‘Dat is hoe ik daar in sta. Niet per se afzweren, maar ontwikkelingen wel goed volgen. Dit is het moment waarop we mee kunnen denken over onze eigen toekomst’, aldus Van de Vin.