Proef met slootonderhoud

De kleine sloten of B-watergangen spelen volgens het waterschap een ondergeschikte rol bij het snel afvoeren van water en leiden in het ergste geval tot tijdelijke en zeer plaatselijke wateroverlast. Mede op basis van ervaringen elders in het land besloot Rijn en IJssel vorig jaar het onderhoud van deze kleine sloten over te laten aan de eigenaren.
‘Het algemeen bestuur verwacht daarmee jaarlijks zo’n 300.000 euro op een begroting van 85 miljoen euro te kunnen bezuinigen’, zegt waterportefeuillehouder Bert Sloetjes van LTO Noord Bronckhorst. ‘Dat is een mooi streven, maar wij vinden dat het waterschap maar even ergens anders op moet bezuinigen. Vorig jaar kreeg de landbouw te maken met waterschapslasten die 27 procent omhooggingen. Je kunt boeren nu niet opnieuw met extra kosten opzadelen.’
Sloetjes is ook bang dat sommige boeren in de nieuwe situatie te maken krijgen met wateroverlast. ‘Er zijn altijd grondeigenaren die afhankelijk zijn van het slootonderhoud door een andere eigenaar. Nu wil het waterschap door een proef de boeren onderling laten uitmaken wie welke sloot moet maaien. Onzinnig. Wij willen dat het waterschap de sloten blijft maaien. Bezuinigen doen ze maar intern.’