Pleidooi voor samenwerking PAS

Ida HylkemaBoeren nabij Natura 2000-gebieden in de grensstreek van Friesland en Drenthe, zoals het Drents-Friese Wold, Fochteloërveen en Bakkeveense duinen, zouden anders te maken kunnen krijgen met een verschillende invulling van de regels. Voor de Rottige Meenthe en de Weerribben is overleg met Overijssel nodig.
‘Afspraken op IPO-niveau (Interprovinciaal Overleg) over basisregels en -principes zijn het meest wenselijk’, zegt Kingma.

Ter inzage

De PAS ligt tot 20 februari ter inzage. Het ministerie van EZ organiseerde deze week informatiebijeenkomsten in Groningen, Friesland en Drenthe om de systematiek en de mogelijkheden voor inspraak uit te leggen. Voor de landbouw zijn de gebiedsdocumenten met ontwikkelingsruimte en herstelmaatregelen van belang, legt Kingma uit.
Pas als iets bekend is over de verdeling van de ontwikkelingsruimte over de vergunningaanvragen, is een oordeel over de impact van de PAS te geven. De provincies stellen de regels voor de verdeling op. ‘Wij pleiten ervoor dit samen te doen, zodat ze voor alle provincies gelijk zijn’, zegt Kingma.
Omdat de verdeling van de ontwikkelingsruimte nog niet vaststaat, is er nog geen concreet oordeel over de uitwerking van de PAS te geven. ‘Onze grondhouding is wel positief. De vergunningaanvraag zat op slot en wordt hiermee voor veel boeren weer losgetrokken, omdat zij onder de grenswaarde van 1 mol vallen. Dat is een geweldige winst.’

Natuurgebieden

Naast de ontwikkelingsruimte kunnen ook de herstelmaatregelen in de natuurgebieden invloed op de agrarische sector hebben. ‘Het is een kwestie van afwegen: als je herstelmaatregelen zoals vernatting afzwakt, heeft dat direct gevolgen voor de ontwikkelingsruimte. Het is kiezen of delen. Dat geldt ook voor de verdeling van de ontwikkelingsruimte: wat de één er extra bij krijgt, pak je een ander weer af.’
‘Het is moeilijk te zeggen wat voor ruimte er voor de agrarische bedrijven in de omgeving van Natura 2000-gebieden is, omdat je nog niet weet hoe de taart wordt verdeeld’, stelt ook beleidsadviseur Roel Visser van LTO Noord. In Drenthe heeft het Beleidskader stikstof de druk bij veel bedrijven al van de ketel afgehaald. Circa driehonderd agrarische bedrijven konden in het kader van dit beleidskader een vergunning voor de Natuurbeschermingswet aanvragen.
Met het wegvallen van het beleidskader in juli vorig jaar vielen circa tweehonderd bedrijven die bezig waren met een vergunningaanvraag tussen wal en schip. Deze bedrijven moeten afwachten hoe de PAS voor hen uitpakt.
Hoeveel knelgevallen er met de invoering van de PAS uiteindelijk overblijven, is nu nog niet te zeggen. Dat hangt af van de verdeling van de ontwikkelingsruimte en de ambitie van de bedrijven in de buurt van de Natura 2000-gebieden. Er zijn bedrijven die eieren voor hun geld kiezen, ammoniakrechten kopen en alsnog het vergunningentraject ingaan, weet Visser.
Het invullen van het rekenmodel Aerius, de pijler van de PAS, kan uitsluitsel geven over de noodzaak van een Nb-vergunning of niet. Blijft de uitbreiding beneden de grenswaarde van 1 mol, dan kan deze na de invoering van de PAS met een melding worden afgedaan en is het vergunningentraject niet nodig.

Provinciale verordening

Het wachten is nu op de regels die de provincies gaan opstellen voor de verdeling van de ontwikkelingsruimte. Deze moeten politiek worden vastgesteld in een provinciale verordening.
‘De ambitie is om de PAS op 1 juli operationeel te maken. Dat betekent dat dan ook de provinciale verdeling bekend moet zijn’, geeft Visser aan. ‘In april of mei moeten die regels er liggen.’
De komende weken zijn er in de provincies verschillende informatiebijeenkomsten over de PAS en de uitwerking daarvan voor de specifieke Natura 2000-gebieden. De data en locaties staan op internet.