Zoeken naar beste deal voor gezonde bodem

Sanne Jansen‘Hoe ga je het mineralenbeleid op jouw bedrijf vormgeven: volgens de generieke of equivalente maatregelen?’ Dat menig akkerbouwer en vollegrondsteler het antwoord op deze vraag schuldig blijft, is volgens Adrie Bossers niet zo gek.
‘Maar je moet er wel wat mee op je bedrijf’, raadt de akkerbouwbestuurder aan. ‘Het vijfde actieprogramma van de Nitraatrichtlijn staat per 1 januari 2015 voor de deur. Los daarvan wil je als ondernemer binnen de kaders van het mineralenbeleid komen tot optimale opbrengsten en een optimale bodemvruchtbaarheid. Tel daarbij op dat 2015 is uitgeroepen tot het Jaar van de bodem.’
In het actieprogramma van de Nitraatrichtlijn staan de maatregelen die Nederland neemt om de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater te verbeteren. Daar vloeien allerlei normen uit voort voor boeren en tuinders. Het generieke beleid zoals dat is vastgelegd, kent aangescherpte regels. ‘Daardoor komen boeren in de knel met hun mineralenmanagement’, denkt Bossers.
Maar er zijn ook pluspunten. ‘Zoals de opbrengstspecifieke gebruiksnormen voor granen, suikerbieten en aardappelen, waarbij meer nitraat is toegestaan. Of de calamiteitenregeling bij veel neerslag.’
Dan zijn er nog de equivalente maatregelen. ‘Deze escape biedt het ministerie van Economische Zaken het bedrijfsleven als ze niet met de generieke maatregelen uit de voeten kan. De equivalente maatregelen bieden een stuk flexibiliteit, maatwerk en verantwoordelijkheid.’
Hierbij kan elke individuele boer op zijn eigen grond met bedrijfsspecifieke maatregelen borgen dat hij de Nitraatrichtlijn behaalt. ‘In de praktijk betekent dat dat je bijvoorbeeld meer bemestingsruimte kan verdienen’, noemt Bossers als voordeel.
Deze flexibiliteit is gewenst. ‘Zeker gezien de grote verschillen in bodemsoorten. Neem de kleigronden in het westen, zandgronden in het zuidoosten en lössgronden in Zuid-Limburg: ze vragen allemaal om een andere aanpak. Het heeft consequenties voor het type bouwplan en de rotatie ervan, het gebruik van organische stoffen en de keuze voor wel of geen groenbemesters. Maar ook voor het omgaan met gewasresten en de manier waarop je grond in goede conditie houdt.’
Bossers: ‘Generieke of equivalente maatregelen? Het is voor ondernemers een zoektocht waarbij ZLTO kan helpen. Startpunt is altijd de bodemvruchtbaarheid in relatie tot het verdienen van een goede boterham.’

Bijeenkomsten ZLTO

ZLTO initieert in samenwerking met DLV Plant acht bijeenkomsten voor akkerbouwers en vollegrondstelers op klei en zand. Daarin wordt met en door ondernemers ingezoomd op bodemvraagstukken op het bedrijf. De eerste is op 5 januari in Colijnsplaat. ZLTO verzoekt leden zich aan te melden via de site. Deelname is voor leden gratis.