Samenwerken met collega

René LuijmesRuesink noemde tijdens het symposium Ondernemen in 3D van LNAgro in het Achterhoekse Heelweg een aantal voorbeelden van samenwerking met collega’s: gewas/mestovereenkomst, samen gebruiken van machines en werktuigen, één melker voor twee melkveehouders, het laten voeren van het vee en gezamenlijke inkoop van materialen en producten. Studieclubs kunnen een goed hulpmiddel zijn voor melkveehouders om elkaar op ideeën te brengen.
De adviseur noemt als voorbeeld een veehouder die de verzorging van jongvee gaat uitbesteden. Het gaat om 55 stuks jongvee, die voor 2 euro per dag elders worden opgefokt. De melkveehouder benut zijn stalruimte voor het melken van meer koeien. Voor één jaar komt dit neer op 40.150 euro aan vergoeding voor opfok van het jongvee.
Volgens Ruesink moet de melkveehouder bij de vergoeding voor jongveeopfok niet het onderste uit de kan willen halen. Omdat de voordelen zich dan niet over een langere termijn uitbetalen. ‘Als je altijd voor een dubbeltje op de eerste rang zit, zul je nooit verder komen.’
In het voorbeeld kan de melkveehouder door het uitbesteden van de jongveeverzorging 375.000 kilo meer melken. Ook heeft hij 15 hectare land meer tot zijn beschikking van de opfokker van het jongvee.
De grotere hoeveelheid melk maal een bruto geldstroom van 21 euro per 100 kilo leidt tot 78.750 euro hogere financiële opbrengst. Hier moet de verzorging van 40.150 euro van af, net als de aankoop van 6,5 hectare extra maïs voor 16.250 euro. Verder rekent Ruesink nog de kostenpost arbeid en onvoorzien: 7.500 euro. Uiteindelijk zou de melkveehouder aan het melken van meer koeien bijna 15.000 euro overhouden.

Afhankelijkheid

Advies van Ruesink alvorens de samenwerkingsstap te nemen: ‘Maak de afweging van de risico’s - de afhankelijkheid - en bekijk de voor- en nadelen en de financiële gevolgen. Als deze lichte vorm van samenwerking een aantal jaren goed loopt, kan het een opmaat zijn voor een zwaardere vorm van samenwerking of zelfs een bedrijfsovername.’
Ook is het een mogelijkheid, volgens de adviseur, dat een melkveehouder fiscaal gunstig staakt, bij het bedrijf kan blijven wonen en een collega de doorontwikkeling van het bedrijf gunt.