‘Boer en waterschap versterken elkaar’

Joost de la CourtHet DAW richt zich in Oost-Nederland vooral op optimalisatie van de waterhuishouding op bedrijfsniveau en terugdringen van het nutriëntenverlies. Dat begint volgens Aveskamp bij het opstellen van bedrijfswaterplannen. ‘Waterschappen willen niet meer water afvoeren dan noodzakelijk. Wij als boeren willen op het juiste moment over de juiste hoeveelheid water beschikken.’
Om de afzonderlijke belangen met elkaar in evenwicht te brengen, moeten waterschappen én boeren eerst meer inzicht krijgen in de waterstromen op het bedrijf. Vervolgens moeten ze nadenken over verbeteringen, vindt Aveskamp. ‘Ze kunnen nog stappen zetten door hun kennis en inzicht op dit gebied te vergroten en hun ervaringen te delen.’

watercoöperaties

Als het aan de LTO-bestuurder ligt komen er in Overijssel en Drenthe daarom de komende tijd per stroomgebied samenwerkingsverbanden. ‘Je kunt dan denken aan bijvoorbeeld watercoöperaties, waar boeren gezamenlijk en met waterschappen werken aan een beter lokaal waterbeheer.’
Hoe dat lokale waterbeheer er precies uit komt te zien, dat mogen die groepen zelf uitdenken, vindt Aveskamp. ‘Alle input is welkom, de etalage moet nog worden gevuld.’
Aveskamp verwacht dat boeren en waterschappen elkaar de komende tijd vinden in het optimaliseren van het waterbeheer, het is immers in beider belang. ‘Waterschappen denken al veel beter mee met de boeren dan een aantal jaren terug; richten zich meer op hun kerntaak waterbeheer. De kunst wordt samen een nieuw evenwicht te vinden om te zorgen voor voldoende zoetwater in de bodem en afdoende afvoer bij te veel neerslag. Daarbij geldt volgens mij dat je alleen wel sneller gaat, maar je samen verder komt.’