Samenwerking is de sleutel tot een langere levensduur van koeien

Dat kwam vorige week naar voren tijdens het symposium 'Op KOErs, omdat levensduur loont' in het Overijsselse Almelo. Volgens dierenarts Ton Pijs zouden adviseurs meer met elkaar moeten samenwerken. Zelf doet hij dit door ondersteuning te bieden aan melkveehouders om hun koeien goed door de droogstandperiode heen te krijgen.

'Zo houden we de koeien gezonder en zorgen we voor een betere vruchtbaarheid', legt Pijs uit. 'De aanpak is in de laatste jaren wel wat veranderd. Vroeger waren we vooral bezig met het beter maken van de zieke dieren. Nu ligt de nadruk op het voorkomen van ziekte.'

Samenwerking speelt daarin volgens de dierenarts een belangrijke rol. 'Elke erfbetreder kijkt op zijn of haar eigen manier naar levensduur. De voeradviseur ziet het wellicht anders dan de fokkerijspecialist. Eigenlijk zouden ze samen om tafel moeten, met de melkveehouder als gespreksleider.'

Het kan zo zijn dat de dierenarts een bepaalde mening heeft over de voeding, terwijl de voeradviseur daar net iets anders over denkt, ervaart Pijs. 'Als je dan naast elkaar werkt, kom je niet veel verder.'

De situatie op het bedrijf moet goed in beeld zijn, vindt de dierenarts: 'Doe een soort van nulmeting. Door alle data over afvoerredenen, ziekteregistratie en vooral klauwgezondheid te combineren, worden de verbeterpunten zichtbaar.'

Belangrijk is wel dat zo'n verbeterpunt dan ook wordt aangepakt. 'Hoe is de verbetering te bereiken, en wie is daarvoor nodig? Maak hiervoor afspraken, praat over een rolverdeling en spreek regelmatig met elkaar, net zoals een managementteam zou doen.'

Zelf werkt Pijs op een aantal bedrijven al samen met de andere erfbetreders: 'Als ik de koeien scan op drachtigheid, beoordeel ik ook de mest. Dit koppel ik via WhatsApp terug naar de voeradviseur.'

Mooie stijging, voor blauwtong

Dat er veel gebeurt op het vlak van levensduur, schetst ook Hanneke van Wichen van ZuivelNL. 'De gemiddelde leeftijd van melkkoeien bij afvoer laat sinds 2018, na de invoering van de fosfaatrechten, een mooie stijging zien. Helaas volgde in 2024 een daling door blauwtong.'

Volgens haar is het doel dat 90 procent van de melkveebedrijven in 2030 minimaal de gemiddelde levensduur van 2018 behaalt: 5 jaar en bijna 7 maanden. Inmiddels bereikt 70 procent van de bedrijven dit.

Van Wichen benadrukt dat het toch belangrijk is door te gaan met het verbeteren van de diergezondheid. 'Gezonde koeien leven langer. Dit is niet alleen goed voor welzijn en portemonnee, het is ook een integrale indicator die bijdraagt aan de reductie van broeikasgassen en ammoniak, en daarmee aan de andere hoofddoelen van ZuivelNL.'