RIVM: stikstofuitstoot op Natura 2000-gebieden is gering

Dat staat in een kennisnotitie die het RIVM heeft gemaakt in opdracht van het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN). Het rijksinstituut onderzocht het effect van een zonering van 250, 500 of 1.000 meter rondom Natura 2000-gebieden. Daarbij is gekeken hoeveel agrarische en industriële bedrijven daar zijn en wat hun emissies en deposities in die natuurgebieden zijn.

De uitkomsten van dit onderzoek worden gebruikt in de stikstofreductieplannen van de ministeriële commissie Economie en Natuurherstel. Daarvoor trekt het kabinet 2,2 miljard euro uit. Een van de voorstellen die worden overwogen, is om in een zone van 250 meter rondom kwetsbare en stikstofgevoelige natuurgebieden extra regionale maatregelen te treffen. Daarbij is het idee dat dit meer effect heeft op de natuurgebieden dan landelijke maatregelen.

Uit het onderzoek blijkt dat 53 agrarische bedrijven in een stikstofgevoelig natuurgebied zitten. Verder bevinden zich 1.853 agrarische en 45 industriële bedrijven in een zone van 250 meter rondom zo'n gebied. Die zone telt in totaal 417.400 hectare, waarvan 101.100 hectare landbouwgrond (24 procent). De natuurgebieden zelf zijn 284.100 hectare groot, waarvan 43.900 landbouwgrond (15 procent).

Verplichting

Een woordvoerder van het ministerie van LVVN meldt in een reactie dat het 'geen nieuw gegeven is dat slechts een klein deel van de totale uitstoot op stikstofgevoelige natuur neerslaat'. 'Slechts 4 procent van het Nederlandse landoppervlak bestaat uit stikstofgevoelige natuur. Ook al kan dit voelen als een onevenwichtige opgave voor zo'n klein oppervlak, het gaat om natuur die we vanuit EU-wetgeving verplicht zijn te beschermen.'

De LVVN-woordvoerder vindt het effect van emissiereductie dan ook niet verwaarloosbaar. 'De hoeveelheid stikstof die daadwerkelijk op deze stikstofgevoelige natuurgebieden neerslaat, is op veel plekken nog te hoog.'

Die overbelasting moet omlaag, stelt de woordvoerder van het landbouwministerie. 'Hoe dichter dat bij stikstofgevoelige natuur gebeurt, hoe meer effect het heeft. Het beleid richt zich daarom niet alleen op de landelijke uitstoot, maar ook op zones rond die natuur.'