'Voor versnellen van verduurzaming is uitbreiding voedselautoriteit Efsa nodig'

Strolenbergs partij hoort in het Europees Parlement bij De Groenen. Die zijn geen voorstander van NGT's. 'De Groenen zijn op dit onderwerp in twee kampen verdeeld. Voor groene gewasbescherming is veel steun, maar bij gentech is er nog koudwatervrees', erkent ze.

Als we geen doelen rond duurzaamheid stellen, wordt de vraag naar innovatie ook minder groot

Anna Strolenberg, Europarlementariër namens Volt

'Wij staan daar anders tegenover. Volt is een progressieve partij, duurzaam en pragmatisch. Met een combinatie van NGT's en biologische gewasbescherming kunnen we evolueren naar een chemievrije landbouw', stelt Strolenberg.

U was op werkbezoek bij bedrijven die zich met NGT's bezighouden. Waar lopen zij tegenaan?

'Het is fascinerend om te zien hoeveel innovatie er is. Ik zag hoe ze op basis van antilichamen uit kamelenbloed een middel opkweken tegen schimmels op aardbeien en aardappelen. De grote uitdaging voor deze bedrijven is om overeind te blijven tot ze aan een middel kunnen verdienen. Tot dan worden ze geholpen door investeerders.'

Wat maakt het toestaan van deze middelen zo ingewikkeld?

'Net als bij chemische middelen moet eerst één lidstaat zo'n middel goedkeuren voor een maker naar de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (Efsa) kan.'

'Daarnaast kan elk land de toegang frustreren door onderzoeksvragen te stellen en op die manier eindeloos eigen producenten beschermen. Veel ontwikkelaars lopen daartegenaan. De Efsa heeft een tekort aan menskracht en kent daarom een lange wachtrij.'

Wat kunt u als daar als Europarlementariër aan doen?

'We zijn het initiatief gestart om de Efsa er een functie bij te geven, om de verduurzaming op dit vlak te versnellen. Binnenkort begint alvast een procedure voor biologische gewasbescherming, waarvoor ik mij ga inzetten.'

Boeren maken zich zorgen omdat middelen verdwijnen. Neemt u dat mee?

'Als we geen duurzaamheidsdoelen stellen, wordt de vraag naar innovatie ook minder groot. De afbouw van chemische middelen moet wel samengaan met het op de markt komen van alternatieven.'