Water staat schapenhouders aan de lippen
De economische draagkracht in de schapenhouderij staat zwaar onder druk. Veehouders die schapen houden als hoofdactiviteit draaien gemiddeld een verlies van bijna 15.000 euro per bedrijf per jaar. Door de slechte vooruitzichten is het aantal schapenhouders gedaald van 25.000 in 1993 naar 7.800 in 2024.

Dat blijkt uit een rapport van Connecting Agri & Food, dat op verzoek van het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) is opgesteld. Uit de analyse blijkt dat het water de schapenhouder aan de lippen staat. Al voor het uitbreken van het blauwtongvirus en de terugkeer van de wolf verkeerden veel bedrijven in zwaar weer. Landbouwminister Femke Wiersma noemt de situatie in de sector 'zorgwekkend'.
'De schapenhouderij heeft een belangrijke publieke waarde. Ze speelt een waardevolle rol in het natuur- en landschapsbeheer. Daarnaast draagt de sector bij aan de voedselproductie. Daarom wil ik mij samen met de sector inzetten voor het behoud van de schapenhouderij', schrijft de bewindsvrouw in een Kamerbrief.
Met het dinsdag aangekondigde Actieplan Schaap wil Wiersma de situatie keren. Belangrijk onderdeel is een volwaardige vergoeding voor de publieke diensten die schapenhouders en hun dieren leveren in het kader van natuur- en landschapsbeheer, zoals begrazing in natuurgebieden en op zeedijken.
De schapenhouderij heeft een belangrijke publieke waarde en een waardevolle rol in natuur- en landschapsbeheer
De minister denkt ook aan betere afspraken in pachtcontracten. Een nog te benoemen aanjager moet dat op korte termijn gaan verkennen bij terreinbeherende organisaties, grondeigenaren, decentrale overheden en de schapensector. Hierbij kan volgens Wiersma worden voortgebouwd op de gesprekken die aan de sectortafel schapenhouderij zijn gevoerd.
Ook wordt onderzocht of vanuit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) en het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb) een bijdrage kan komen voor publieke diensten.
Marktontwikkeling ondersteunen
Naast betere vergoedingen noemt Wiersma het belangrijk dat er vanuit de markt voldoende wordt betaald voor duurzame producten die de schapensector levert. Om de marktontwikkeling te ondersteunen, trekt ze tot 2027 275.000 euro uit. Eerder opgedane ervaringen in het Marktprogramma Verduurzaming Dierlijke Producten worden waar mogelijk benut. Na dat jaar wordt bekeken of verdere steun nodig is.
Door de financiële impact van het blauwtongvirus kampen sommige schapenhouders met een continuïteitsprobleem. Om deze bedrijven op korte termijn te helpen, heeft Wiersma besloten de I&R-heffingen over de jaren 2024 en 2025 niet te innen voor UBN schaap, en bijbehorende geboorte- en aanvoermeldingen. Ondanks dat dit vaak om relatief kleine bedragen gaat, hoopt ze zo haar steun aan de sector tonen. 'Tegelijkertijd werk ik aan structurele oplossingen.'
Het rapport over de economische draagkracht van de schapenhouderij brengt de schade die het blauwtongvirus en de wolf aan de sector toebrengen ook in beeld. De schade door de dierziekte varieerde bij de geïnterviewde schapenhouders van 6.750 euro tot 192.825 euro. De meeste van hen verwachten dat het blauwtongvirus in de toekomst onder controle gehouden kan worden.
Bij deze groep varieerde de schade door de wolf ook enorm. Sommigen hebben (nog) geen schade gehad door het roofdier, bij anderen liep de rekening op tot 74.650 euro. Dit na aftrek van de ontvangen vergoeding van BIJ12 voor verloren dieren en zonder nog te verkrijgen subsidies voor onder andere een wolfwerend raster.
Groot aantal stoppers
Verwacht wordt dat het aantal stoppers onder schapenhouders groot zal zijn, ondanks dat zij buiten de (stikstof)opkoopregelingen vallen. Op lange termijn zal dat vaker komen door de aanwezigheid van de wolf in Nederland en minder als gevolg van het blauwtongvirus.
Daarmee is echter niet gezegd dat individuele bedrijven niet stoppen vanwege het blauwtongvirus. Geïnterviewden geven in het rapport aan de kosten van twee jaren met een blauwtongbesmetting nog te hebben kunnen dragen, maar nu voor het besluit staan om al of niet door te gaan.
De schapenhouderij kent een diverse verscheidenheid aan bedrijven. Volgens de laatste cijfers uit 2023 telde Nederland in dat jaar zo'n 800.000 schapen. De meeste schapen (60 procent) bevinden zich op 2.000 bedrijven met schapen als hoofdactiviteit. Op de bijna 2.400 melkveebedrijven was ruim 12 procent van het totale aantal schapen aanwezig en op de ruim 3.400 overige agrarische bedrijven 27 procent.
Van de 2.000 bedrijven waar schapen als hoofdactiviteit worden gehouden, zijn 30 melkschapenbedrijven en 42 bedrijven met kuddes. Het aantal bedrijven met meer dan 500 schapen is afgenomen van een kleine 300 in 2018 tot minder dan 150 in 2024. In dezelfde periode nam het aantal bedrijven met 100 tot 500 schapen af van ruim 2.100 tot net boven de 1.500, en op bedrijven met 50 tot 100 schapen van ruim 2.500 tot 1.800.
Lees ook
Marktprijzen
Meer marktprijzen
Laatste nieuws
Nieuwste video's
Kennispartners

Meest gelezen
Nieuw op MechanisatieMarkt.nl
-
Kuhn GF 8703
Gebruikt, P.O.A.
-
TS125A Plus
Gebruikt, € 32.500
-
John Deere Zitmaaier / tuintrekker X350 (ZOB) #692934
Gebruikt, P.O.A.
-
Husqvarna Zitmaaier / tuintrekker R318X (LH) #39507
Gebruikt, P.O.A.
Vacatures
Toezichthouder Stikstof
Recruitment Marketeers - NL
Weer
-
Woensdag24° / 9°10 %
-
Donderdag27° / 10°20 %
-
Vrijdag23° / 12°20 %