Negen IJsselBoeren maken stap van piekbelasters naar duurzame landbouw

De IJsselBoeren werden vorig jaar aangemerkt als piekbelasters vanwege de stikstofproblematiek. In plaats van te stoppen en gebruik te maken van een beëindigingsregeling, kozen zij ervoor een andere weg in te slaan. Door met minder dieren of meer grond te werken, richten zij zich op extensieve en duurzame productie. Deze omslag wordt mede mogelijk gemaakt door een subsidie van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LVVN), die loopt van 2025 tot eind 2028.

'We zijn ontzettend blij dat het project is goedgekeurd', zegt projectleider Michiel Sybesma. 'Dit is een mooie erkenning van onze plannen. Het afgelopen jaar hebben we als groep hard gewerkt aan het plan dat er nu ligt. Nu krijgen de boeren de ruimte om vier jaar lang te experimenteren met een meer extensieve en duurzame bedrijfsvoering.'

Geen kunstmest

Hoeveel stikstofreductie de negen bedrijven kunnen realiseren is moeilijk te zeggen, meent Sybesma. Ongeveer driekwart van de boeren gaat terug naar maximum 150 kilo dierlijke mest per hectare en ongeveer een kwart naar maximaal 100 kilo. Ze mogen daarnaast geen stikstof uit kunstmest over hun land uitrijden.

Zo'n omschakeling maak je niet zomaar; het heeft grote gevolgen voor je bedrijf en financiële situatie, stelt Sybesma. Er zullen boeren zijn die koeien weg moeten doen om het doel te halen. Hij vindt het daarom extra waardevol dat ook biologische ondernemers deel uitmaken van de groep. 'Zij hebben al veel ervaring met extensieve landbouw, waar de andere deelnemers van kunnen leren.'

De komende vier jaar, tot en met 2028, staan in het teken van experimenteren en leren. Doel is dat de deelnemende bedrijven na deze periode structureel kunnen en willen blijven werken volgens een extensieve en duurzame werkwijze.