'Waar is de stronthoop groter, bij de boer of bij de overheid?'

Tot op de dag van vandaag lijkt niemand een oplossing te hebben, terwijl de vakgroep Vleesveehouderij de minister wel degelijk een oplossing heeft aangeboden, ondersteund met positief advies van de Commissie Deskundigen Meststoffenwet (CDM). Is de SGP de enige die gelooft?

In Den Haag lijkt het wel een Tros-toneelstuk, men is daar drukker bezig met elkaar dan met het eigen land regeren. Normaliter kan de gemiddelde boer al niet opschieten met de 'groentjes' in het parlement en de regering, maar tegenwoordig vindt men helaas de 'groentjes' in heel het Haagse aanbod. 'Lang leve de kiezer!', zullen we maar zeggen. Je zou kunnen concluderen dat het onderwijs de laatste jaren behoorlijk wat steken heeft laten vallen.

De vakgroep Vleesveehouderij is al jaren in overleg met het ministerie van LVVN en de CDM over nieuwe diercategorieën met bijbehorende excretiecijfers die beter aansluiting vinden met de praktijk. En die daardoor ook onderscheidend worden van de melkvee- en kalverhouderij.

De gesprekken hebben erin geresulteerd dat de CDM aan het ministerie een positief advies heeft afgegeven. Immers is gebleken dat de huidige excretieforfaits die zijn opgenomen in de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet niet overeenkomen met de daadwerkelijke excreties in de praktijk. In de nieuwe berekeningen vallen deze namelijk lager uit en daardoor komt er juist extra ruimte om meer mest op Nederlandse bodem aan te brengen, zonder overschrijding van de gebruiksnormen!

De figuurlijke en letterlijke grote stronthoop bij zowel boer als overheid zou een stuk lager kunnen worden als de regering de actualisatie voor vleesvee per 1 januari 2025 in werking laat treden.