Boeren negatiever over mestbeleid
Agrarisch ondernemers zijn in de afgelopen jaren negatiever geworden over het gevoerde mestbeleid. Wel verschillen de meningen per sector. Zo zijn melkveehouders het meest negatief en siertelers nog enigszins positief.
Dat blijkt uit een belevingsonderzoek onder agrariërs door Wageningen Economic Research (WEcR). Het maandag gepubliceerde rapport maakt onderdeel uit van de evaluatie Meststoffenwet 2024 die landbouwminister Femke Wiersma naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Aanstaande donderdag debatteert de bewindsvrouw met de Kamer over het mestbeleid.
Ook in 2016 is een belevingsonderzoek naar het mestbeleid uitgevoerd. Toen door het PBL. Naast ondernemers uit de melkveehouderij, akkerbouw en varkenshouderij is de deelnemersgroep voor het recente belevingsonderzoek uitgebreid met ondernemers uit de pluimveehouderij, de vleeskalverhouderij, de vollegrondsgroenteteelt en de sierteelt, omdat het mestbeleid ook voor deze categorieën bedrijven relevant is.
Geconcludeerd wordt dat agrarische ondernemers negatief staan tegenover het mestbeleid en dat deze houding bij de deelnemersgroepen die ook in 2016 zijn bevraagd (melkveehouderij, akkerbouw en varkenshouderij) negatiever is geworden.
Met opvolger negatiever
De mate waarin het mestbeleid als negatief wordt ervaren verschilt tussen sectoren. Zo zijn melkveehouders het meest negatief en siertelers nog enigszins positief. De bedrijfskenmerken spelen hierin ook een rol; ondernemers met een opvolger zijn over het algemeen negatiever, terwijl ondernemers in omschakeling naar een ander bedrijfssysteem gemiddeld positiever zijn.
Belangrijke knelpunten die agrarische ondernemers ervaren in het mestbeleid zijn regelgeving die niet aansluit bij de praktijk, hoge administratieve lasten en een ingewikkelde uitvoering. Daarnaast wordt als knelpunt benoemd dat milieudoelen in beleid soms tegenstrijdig zijn met elkaar.
Een opvallende observatie in het rapport is dat agrarische ondernemers het wel goed vinden dat er een mestbeleid is om excessen te voorkomen, maar dat deze anders ingericht moet worden. Ondanks deze negatieve houding van agrariërs komt in het onderzoek naar voren dat de deelnemers nog steeds de intentie hebben om aan het mestbeleid te voldoen.
Wel constateert WEcR dat agrarische ondernemers aangeven dat het huidige (complexe) mestbeleid het overtreden van mestregels in de hand werkt. De onderzoekers merken op dat agrariërs nog wel bereid zijn om aan de regels te voldoen maar dat ze twijfelen of hun collega’s dat ook doen.
Voorkomen van groei
Uit het onderzoek komt naar voren dat de verbetering van de bodemkwaliteit vaker wordt genoemd als belangrijkste doel van het mestbeleid. Daarna volgen waterkwaliteit en het voorkomen van de groei van agrarische bedrijven door boeren genoemd als doelen van het mestbeleid.
Hierbij is een duidelijk verschil in perceptie waar te nemen tussen dierlijke en plantaardige sectoren. Binnen de dierlijke sectoren worden het voorkomen van de uitbreiding van agrarische bedrijven (door melkveehouders), het oplossen van het mestoverschot (door varkenshouders) en een efficiënte benutting van nutriënten (kalverhouders) vaker genoemd als het door hun genoemde belangrijkste doel van het mestbeleid. In de niet-dierlijke sectoren wordt het op peil houden van de bodemkwaliteit als belangrijkste doel van het mestbeleid gezien.
Door de deelnemers wordt een aantal oplossingen benoemd voor een aangepast mestbeleid zoals het soepeler laten verlopen van vergunningverlening rondom mestverwerking, het bevorderen van technologische innovaties en het ontwikkelen van meer samenhangend beleid.
Zelf doelen behalen
Deelnemers geven aan dat er in het mestbeleid meer rekening gehouden zou moeten worden met de grondsoort en de nutriëntenbehoefte van gewassen. Ook zijn er aanbevelingen gedaan om meer te sturen op doelen, zodat ondernemers meer vrijheid krijgen om zelf te bepalen hoe zij de doelen behalen.
WEcR merkt hierbij op dat de wens voor doelsturing en het ontwikkelen van meer grondsoort- en gewasspecifiek mestbeleid haaks lijkt te staan op de wens voor minder ingewikkeld beleid.
Oplossingen die ingrijpen op de mestplaatsingsruimte, de aanwijzing van met nutriënten verontreinigde gebieden (NV-gebieden) in Nederland, een krimp van de veestapel en het beperken van mestgebruik, scoren het laagst onder de deelnemers van het belevingsonderzoek.
Uit het onderzoek blijkt tevens dat agrariërs weinig vertrouwen hebben in beleidsmakers. Ze vinden dat beleidsmakers onvoldoende praktische kennis hebben om mestbeleid te maken. Er zou daarnaast meer vertrouwen moeten zijn in het vakmanschap van de agrariër.
Bekijk meer over:
Lees ook
Marktprijzen
Meer marktprijzen
Laatste nieuws
Nieuwste video's
Kennispartners
Meest gelezen
Nieuw op MechanisatieMarkt.nl
-
Vicon Schudder Fanex 804 (MG) #31330
Gebruikt, € 13.100
-
Trioliet SOLOMIX 2 2000 ZK
Nieuw, P.O.A.
-
Massey Ferguson 5711 M Dyna-4
Nieuw, € 68.500
-
Viking - MF860
2007, P.O.A.
Vacatures
Accountmanager Binnendienst
AgriPers - Wageningen
Marketing Medewerker
Kverneland Group Nieuw-Vennep - Nieuw Vennep, Haarlemmermeer
Proefveldmedewerk(st)er
Corteva agrisciences - NL
Docent veehouderij
Landstede MBO - Raalte
Meewerkend bedrijfsleider (m/v) op een modern en ondernemend melkschapenbedrijf
ATT Agro - Den Burg, Texel
Weer
-
Zaterdag6° / 1°60 %
-
Zondag9° / 4°30 %
-
Maandag11° / 8°5 %