Landbouwexport levert Nederlandse economie 44,4 miljard op

De cijfers hebben betrekking op alle landbouwgoederen, inclusief voeding en dranken gemaakt van landbouwproducten. De exportgoederen zijn door het CBS opgedeeld in zes groepen. Daarbij is de landbouw als geheel de sector die het meeste oplevert, gevolgd door machines en apparaten. Daarna volgen fabricaten, chemische producten, energie en vervoermaterieel.

Energieproducten (aardgas en aardolie) maakten sinds 2015 de grootste groei door. De verdiensten daarvan stegen met 90 procent. Daarna volgen machines en apparaten (67 procent), fabricaten (50 procent) en chemie (49 procent). Ook de verdiensten aan landbouwproducten (28 procent) en vervoermaterieel (25 procent) groeiden, maar beduidend minder dan andere goederengroepen.

Het CBS verdeelt de exportgoederen ook onder in producten. In dat geval wordt het meeste verdiend aan machines en machineonderdelen: 25,5 miljard euro. Aan zuivel en eieren werd voor 6 miljard euro geëxporteerd, vlees voor 5,2 miljard en sierteeltproducten voor 5,8 miljard.

Machines en machineonderdelen zijn ook het meest winstgevend, met een gemiddelde exportmarge van 62 cent per euro. Voor landbouwgoederen is dat 54 cent, in 2015 was dat nog 61 cent.