Meer dan helft van Duitse zeugenhouders gaat stoppen

Met name kleine bedrijven overwegen al op heel korte termijn te stoppen. Daar hebben ze vaak ook al vergevorderde plannen voor, blijkt uit de ISN-enquête. Van de 350 zeugenhouders die deelnamen geeft 21,6 procent aan er binnen twee jaar mee op te houden en 22,5 procent wil er binnen vijf jaar mee stoppen.

Nog eens 15,7 procent van de zeugenhouders zegt binnen tien jaar te stoppen. Van de zeugenhouders met minder dan 150 zeugen geeft maar 19 procent aan niet te stoppen. Van de zeugenhouders met meer dan 600 zeugen geeft zo'n 64 procent aan door te gaan.

Van de 698 geënquêteerde vleesvarkenshouders geeft 13 procent aan er binnen twee jaar mee te stoppen. Binnen vijf jaar stopt nog eens 13,5 procent en 15,5 procent is binnen tien jaar gestopt. Ook hier zijn het met name de kleinere bedrijven die gaan stoppen. Van bedrijven met minder dan 800 plaatsen stopt de komende tien jaar 56 procent. Terwijl van de bedrijven met meer dan 2.800 plaatsen maar 26 procent binnen nu en tien jaar is gestopt.

Redenen voor bedrijfsbeëindiging

Bij de meeste varkenshouders zorgt de optelsom van alle ontwikkelingen ervoor dat ze gaan stoppen. Van de afzonderlijke factoren gaat het om het ontbreken van toekomstperspectief, het ontbreken van steun vanuit de politiek, de maatschappelijke druk en een verbod op staartcouperen. Bij de zeugenhouders gaat het met name om de vergaande voorstellen voor het houden van de dieren, vrijloop in kraamhokken en groepshuisvesting, ook bij de guste zeugen. Economische redenen spelen ook een rol, maar die wijken niet af van eerdere enquêtes.

Omdat de bedrijven die deelnamen aan de enquête groter zijn dan het gemiddelde Duitse bedrijf, verwacht ISN dat het werkelijke aantal stoppers nog weleens hoger kan liggen dan uit de enquête blijkt. Bovendien is de financiële situatie de afgelopen periode duidelijk verslechterd.

Duidelijkheid over regels dierenwelzijn

Op basis van de negatieve uitslag van de enquête eist ISN duidelijkheid van de bondsregering en de deelstaatregeringen over de verschillende plannen voor dierenwelzijnsregels. De belangenorganisatie wil verder dat wordt gezorgd voor een goed vergunningsbeleid. Varkenshouders kunnen nu niet investeren omdat ze niet zeker weten waar ze aan toe zijn.

'Daarnaast zullen de consumenten bereid moeten zijn een hogere vleesprijs te betalen, want er zit nu nog een flinke kloof tussen de prijs en de veel hogere productiekosten van de nieuwe houderijsystemen', stelt ISN-voorzitter Heinrich Dierkes.