Keuze groenbemester vaak lastiger dan gewas

Bij de keuze voor groenbemesters ging het in eerste instantie vooral om bemesting en beperken van aaltjes. In de loop der jaren spelen steeds meer aspecten een rol bij deze keuze. Denk aan organische stof, biodiversiteit, beheersen van ziekten, onderdrukken van onkruiden en beperken van de ongunstige invloeden van regen en wind.

De aanvoer van organische stof blijft belangrijk bij de teelt van groenbemesters. Meer organische stof verbetert bewerkbaarheid, vochtvoorziening, mineralenhuishouding, structuur en bodemleven. Het volggewas profiteert van de mineralen die vrijkomen bij de afbraak van organische stof.

Maar wat wil je nog meer bereiken met de groenbemester? Uitspoeling voorkomen, stikstoffixatie, betere structuur, erosie tegengaan, bodemleven activeren, aaltjes beheersen, onkruidonderdrukking, biodiversiteit vergroten, een hogere opbrengst van het volggewas? En vervolgens moet de teler dan kiezen voor kruisbloemigen, grassen, vlinderbloemigen of mengsels.

Wat past bij de doelen?

De verschillende eigenschappen van groenbemesters maakt de keuze lastig. Wat is de aanvoer van (effectieve) organische stof bovengronds en ondergronds? Welk zaaitijdstip is mogelijk? Welk soort heeft de juiste eigenschappen voor de doelen? Hoe vorstgevoelig is de groenbemester en hoe makkelijk is het gewas in te werken?

De teler moet voor het eigen bedrijf per perceel de juiste groenbemestersoort(en) kiezen. Bij een hoge onkruiddruk is een snelle beginontwikkeling belangrijk. Bij een vroege zaai kan het dan nodig zijn om te klepelen om zaadvorming te voorkomen. Maar niet elke groenbemester toont vervolgens hergroei.

Meer of juist minder aaltjes?

Verschillende soorten groenbemesters in een mengsel kunnen elkaar door eigenschappen aanvullen. Maar let op. De ene soort groenbemester kan de ene aaltjessoort bestrijden terwijl de andere soort juist een ander aaltje kan verergeren.

De teelt van een groenbemester moet een volwaardig gewas zijn en volledig onderdeel van het bouwplan. Telers moeten daarvoor twee jaar vooruitkijken: welke groenbemester past het beste bij de bestrijding van aaltjes en bij de teelt van het hoofdgewas?

Bij een groenbemester kan een teler niet kiezen voor de hoogste financiële opbrengst of alleen de hoogste opbrengst aan effectieve organische stof. Telers moeten op basis van verschillende doelen een keuze maken.