Bedrijfsopvolging makkelijker in Noord-Nederland

Nieuws Flevoland Joost de la Court 16 jan 2021 om 08:30uur

Agrarische bedrijven in Flevoland en Friesland scoren het best wat betreft bedrijfsovername. Voor ruim de helft van de land- en tuinbouwbedrijven met een bedrijfshoofd van 55 jaar of ouder was daar in 2020 een opvolger beschikbaar. Het landelijk gemiddelde ligt op 41 procent.

Bedrijfsopvolging+makkelijker+in+Noord%2DNederland

Dat Noord-Nederland relatief goed scoort, blijkt uit de cijfers die het Centraal Bureau voor de Statistiek deze week naar buiten bracht. De opvolging van melkvee- en akkerbouwbedrijven is met respectievelijk 76 procent en 55 procent het best geregeld in Flevoland.

In Friesland, Groningen en Drenthe ligt het aantal akkerbouw- en melkveebedrijven met een opvolger iets lager. De animo voor bedrijfsopvolging is het minst in Limburg (34 procent).

Niet verbaasd

LTO Noord-regiobestuurder Arnold Michielsen is niet echt verbaasd over de hoogste score van de jongste provincie van Nederland.

'Als het in Flevoland niet meer kan, dan lukt het nergens. Er zijn hier goede uitgangspunten voor een toekomstperspectief: de mogelijkheid om door te groeien, de goede waterhuishouding, het gunstige klimaat en de bodemgesteldheid dragen daaraan bij. Daar staat tegenover dat het hier veel geld kost om een bedrijf over te nemen.'

Potentie

Voorzitter Hendrik Galema van de Agrarische Jongeren Friesland verklaart de hogere score in Noord-Nederland vooral uit de mogelijkheden die er zijn om je bedrijf te ontwikkelen. 'Jongeren kijken altijd naar de potentie, voordat ze ergens instappen. Het zijn echte landbouwprovincies met nog veel ruimte voor ontwikkeling en innovatie. Onder de rook van de Rotterdamse haven ligt dat toch moeilijker.'

• Lees ook: Opvolging in Oosten lastiger dan Westen en ZLTO en LLTB vinden weinige opvolgers 'zorgelijk'

Ondanks de relatief goede uitgangspunten voor bedrijfsopvolging in Noord-Nederland krijgen agrarische jongeren een start op het ouderlijk bedrijf niet cadeau, stelt Galema vast. 'Een percentage overnemers van 60 procent betekent dat vier van de tien agrarische jongeren wegvallen', zegt hij.

Meepraten

'We doen hard ons best om onze 850 leden zoveel mogelijk perspectief te bieden. Dat betekent meepraten over zaken als de veenweidevisie en het stikstofbeleid. Het zou helpen als de overheid de focus minder zou leggen op wat er allemaal moet dan wat er nog kan voor jonge boeren. Ik hoor daar nooit wat over.'

Voorzitter Willem Dinkla van het Gronings Agrarisch Jongeren Kontakt ziet om zich heen nog genoeg jongeren met passie die boer willen worden. 'Ik ken eigenlijk maar weinig voorbeelden waar het niet lukt. Tegelijk zijn er hier ook veel 65-plussers die nog doorboeren.'