Vier bedrijven besmet met bruinrot

Het vermoeden dat een zomerstorm in 2015 de oorzaak van de besmettingen is geweest, kan niet worden bewezen. In oktober heeft de NVWA een besmetting met bruinrot vastgesteld bij een pootgoedteler in Gelderland en bij een pootgoedteler in Flevoland.

De NVWA startte toen een onderzoek naar de bron en de omvang van de besmetting. Uit dit onderzoek blijkt dat beide getroffen telers gebruik hebben gemaakt van dezelfde pootgoedpartij die in 2015 is geteeld bij een pootgoedbedrijf in Groningen.

Op dit bedrijf is in de nateelt ook bruinrot aangetroffen. De teler in Groningen heeft de bewuste bronpartij aan nog vier andere bedrijven geleverd. Bij één hiervan, gelegen in Noord-Holland, is ook bruinrot aangetroffen. Bij de drie andere gebruikers niet.

Mogelijke verklaring

In totaal zijn vier bedrijven besmet verklaard en drie andere bedrijven 'waarschijnlijk besmet'. Een mogelijke verklaring van de besmetting is dat deze in 2015 is ontstaan op het herkomstbedrijf in Groningen, toen tijdens een zware storm oppervlaktewater op het betreffende pootgoedperceel terecht is gekomen.

Om dit vermoeden nader te onderzoeken heeft de NVWA in beeld gebracht op welke percelen in de directe omgeving in 2015 pootaardappelen zijn geteeld. Op vijf percelen van vier bedrijven, waarvan één ook op het herkomstbedrijf, is de aanwezige nateelt bemonsterd.

In al deze onderzochte 88 partijen is geen bruinrot aangetroffen. Het vermoeden dat de zomerstorm de oorzaak van de besmetting is geweest, kan daarmee niet worden aangetoond. Als de storm inderdaad de bron van de besmetting is geweest, is het effect van de storm in elk geval lokaal geweest.

Quarantainestatus

Bruinrot wordt veroorzaakt door de bacterie Ralstonia solanacearum en heeft een quarantainestatus in de EU (IAII). De bacterie staat in Nederland vooral bekend als ziekteveroorzaker in aardappelen. Deze komt in grote delen van Nederland in het oppervlaktewater voor.