Natte landbouw in Bargerveen

Nieuws Drenthe Joost de la Court 06 okt 2016 om 13:16uur

Stichting Bargerveen, een instelling voor toegepast onderzoek van de Radboud Universiteit in Nijmegen, is gestart met een project voor natte landbouw rond het Bargerveen. Het grensoverschrijdende Naturpark Moor-Veenland heeft hiervoor onlangs opdracht gegeven.

Rond het Bargerveen op de grens met Duitsland worden aan de Nederlandse zijde momenteel bufferzones aangeleg. Deze zijn bedoeld om verdere verdroging van het bijzondere hoogveengebied tegen te gaan en de veenaangroei bevorderen. De bufferzones moeten ook voorkomen dat de landbouw elders in het gebied te veel last heeft van vernatting.

In de bufferzones wil de bestuurscommissie die de aanleg van de zones rond het Bargerveen begeleidt een vorm van beheer toepassen. Tot nu toe werd er vanuit gegaan dat in de zones hooguit extensieve begrazing zou worden uitgevoerd. Het onderzoek moet nu uitmaken welke andere vormen van landbouw zich hier voor lenen.

Bodemgesteldheid

In eerste instantie beperkt het onderzoek zich tot 16 hectare in de noordelijke bufferzone bij Zwartemeer. Vragen die de onderzoekers beantwoord willen zien is welke gewassen met de bodemgesteldheid daar uit de voeten kunnen. En of voor deze gewassen ook een afzetmarkt is te vinden. Mocht de proef bij Zwartemeer positief uitpakken, dan volgt wellicht een groter project elders in de bufferzones.

Volgens directeur Ella de Hullu van stichting Bargerveen kan de natte landbouw voor zowel boeren als natuurbeheerders een kans betekenen. 'Boeren krijgen de kans nieuwe teelten te proberen, voor natuurbeheerders in de zones kan het extra inkomsten inhouden.' Het proefproject loopt tot eind 2017.

Sceptisch

Voorzitter Jan Horring van LTO Noord-afdeling Schoonebeek reageert sceptisch op het project. 'We weten nog niet precies hoe nat het er wordt en wat je er dus kunt verbouwen. Ik denk ook niet dat ik hier als boer optimistisch van word. De landbouw moet droge voeten kunnen houden. Als we dat loslaten, is het einde zoek.'

Horring vindt wel dat de regionale landbouw bij het project betrokken hoort te worden. 'Dan kunnen we er misschien wat van leren en er in ieder geval grip op houden.'

Over het besluitvormingsproces is Horring overigens redelijk te spreken. 'Maar hoe het verder loopt, moeten we nog afwachten. De aanleg is nog maar net begonnen.'