Garnalendoppen als bodemverbeteraar

Onderzoek moet uitwijzen of chitine uit garnalendoppen de natuurlijke weerbaarheid en vruchtbaarheid van de klei- en zandbodem en het gewas in de bloembollen- en pootgoedsector in het Waddengebied verbetert.

Deze maand begint een pilot om te kijken of de overlast van aaltjes, schimmel- en bacterieziekten in deze teelten kan worden teruggedrongen. 'De verwachtingen zijn hooggespannen. Dit kan een doorbraak zijn', zegt projectleider Peter Baltus van Projecten LTO Noord.
Baltus weet dat het Waddengebied kampt met schimmels, ziekten en plagen in zowel de belangrijke lelie- en tulpenbollenteelt rond Den Helder, Julianadorp en Anna Paulowna (fusarium, rhizoctonia, penicillium en aaltjes) als de 15.000 hectare pootgoedteelt in de klei in Friesland, Noord-Holland en Groningen (Rhizoctonia solani, schurft, erwinia, aardappelcysten- en wortelknobbelaaltjes).
Bestrijding hiervan is lastig en kan vaak alleen met kostbare chemische middelen die de bodemvruchtbaarheid negatief beïnvloeden of door inundatie (bij aaltjes), waarbij percelen onder water worden gezet. Ook daardoor neemt de bodemvruchtbaarheid af.
Geen wonder dat de sector al jarenlang, mede gevoed door maatschappelijk aversie tegen de milieueffecten van gewasbeschermingsmiddelen, zoekt naar effectieve en vooral duurzame alternatieven.
Wageningen UR en de Rijksuniversiteit Groningen onderzochten eerder de werking van chitine om de natuurlijke weerbaarheid van bodem en gewas te verhogen. Chitine heeft volgens deze studie een antimicrobiële werking tegen bepaalde bacteriën en schimmels.
Dit positief uitvallende onderzoek leidde tot dusver niet tot vertaling naar de praktijk vanwege de beperkte beschikbaarheid en dure invoer uit verre buitenlanden van chitine.

Tv-programma

En dus was Baltus aangenaam verrast in een tv-programma te horen dat in de toekomst meer garnalen in Nederland zouden worden gepeld (zie kader), wetend dat het restmateriaal dat overblijft na het pellen - de garnalendoppen - een rijke bron van chitine is en dus beschikbaar in het Waddengebied.
Daarnaast bevatten garnalendoppen talloze nutriënten zoals stikstof, fosfor en kalium en andere micro-elementen die een bemestende waarde leveren voor planten.
'Ik liep er in feite door het tv-programma tegenaan en heb de brug naar toekomstig onderzoek geslagen. Daar heb ik uiteindelijk partijen bij gezocht en gevonden: GreenPort Noord-Holland Noord (GP NHN) en het Waddenfonds.' De eerste heeft samen met Projecten LTO Noord het projectplan 'Blauw afval, groene waarde' geschreven.
De laatste is met bijna 4,5 ton de grootste geldschieter voor het bijna 7 ton kostende project, dat verder onder meer wordt gesubsidieerd door de KAVB en de provincies Noord-Holland, Friesland en Groningen. Ook partijen als Telson, NOM/Technologie Evaluatie en NIOO werkten mee aan het projectvoorstel.

Aftrap

De aftrap voor het project is in de loop van april, met lelies. Dat in dezelfde maand de nieuwe garnalenpelfabriek in Lauwersoog pas wordt geopend, vormt geen obstakel volgens Baltus.
'Voor de pilots hebben we relatief weinig garnalendoppen nodig: 2 ton in 2016; dat is peanuts. We zouden - als alle garnalen in Nederland worden gepeld - honderden hectaren ermee kunnen behandelen, je praat nu over enige honderden vierkante meters.'
Proeftuin Zwaagdijk voert het onderzoek bij lelies uit bij teler Piet Warmerdam in Den Helder. Daar gaan de lelies de grond in voor twee proeven. De ene pilot focust op aaltjes, de andere op opbrengst en plantgezondheid, meldt projectleider Ronald Hand van Proeftuin Zwaagdijk.
'Bij de aaltjes gaat het om 80 veldjes van 4,5 vierkante meter, de opbrengstpilot is op 44 veldjes van dezelfde afmeting. Voor de plotjes gebruikt onze onderzoeker bloembollen Frank Kreuk verschillende toedieningswijzen en doseringen: versnipperd, vermalen tot fijn poeder, in korrels of geraffineerd tot vloeibaar, maar ook plotjes zonder chitine, zodat we de verschillen goed in kaart kunnen brengen', legt Hand uit.
'De lelies worden eind oktober geoogst, waarna de resultaten worden bepaald. Maar ik vind het nu al geweldig om reststromen uit een andere sector te benutten.'
Dat laatste beaamt Baltus. 'Het grappige is dat we als agrarische sector de reststromen van een andere sector gebruiken. Ik hoop dan ook dat dit project de circulaire, biobased economy gaat versnellen. In ieder geval zijn de verwachtingen hooggespannen. Er is al wetenschappelijk onderzoek en als die uitkomsten ook naar boven komen in de pilots bij lelies, tulpen en pootgoed, dan betekent dit een doorbraak.'
De aardappelpootgoedproef begint eveneens deze maand en wordt uitgevoerd door SPNA met rooiingen in september. De tweede proef door Proeftuin Zwaagdijk met tulpen is in oktober. De precieze invulling van de laatste pilot moeten de onderzoekers nog uitwerken. Het totale project neemt vier jaar in beslag: grofweg drie jaar met proeven en één jaar, 2019, ter afronding.

Bekijk meer over:

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zaterdag
    6° / 1°
    60 %
  • Zondag
    9° / 4°
    30 %
  • Maandag
    11° / 8°
    5 %
Meer weer