‘We willen vooral de bedrijfscontinuïteit borgen’

John de Hoon, sectormanager Veehouderij bij Interpolis legt uit: ‘Niet zo zeer het verzekeren van schade, als wel het borgen van de bedrijfscontinuïteit is voor ons het motto. De klant is het meest gebaat bij een ongestoorde productie.’
Volgens De Hoon hebben verzekeringen daarop slechts een indirect effect. Het helpt om de catastrofale gevolgen financieel op te vangen, maar de continue productie is er niet mee gered, meent hij. ‘Hoewel de financiële consequenties van het tijdelijk gedwongen stil zetten van de bedrijfsvoering wel te verzekeren zijn, lijdt de ondernemer uiteindelijk altijd schade. Vandaar dat we nog meer zijn gaan kijken wat we kunnen doen om een brand te voorkomen.’

Steekproef

Elektra is de belangrijkste ontstekingsbron bij bedrijfsbranden. Daarom hield Interpolis in 2008 een steekproef onder vijftig bedrijven binnen de verschillende agrarische sectoren, waarbij alle elektra op het bedrijf werd nagelopen. De onderlinge verschillen in de uitkomsten waren niet zo groot, herinnert De Hoon zich. ‘Het hangt in belangrijke mate af van de gebruikte technologie, de omstandigheden qua stof en vocht en de intensiteit van het gebruik. Da’s misschien niet zo verwonderlijk, maar waar we wel door werden verrast was het feit dat 25 procent van de gebreken al bij de aanleg van de installatie zijn ontstaan.’

Opleveringsinspectie

Behalve de ontwikkeling van de Agro Elektra Inspectie - die het bewustzijn over het belang van onderhoud moet vergroten en de zekerheid en de kwaliteit van installaties moet verbeteren – vraagt Interpolis daarom een opleveringsinspectie bij de ingebruikname van nieuwe installaties. ‘In de praktijk gebeurde dat niet of nauwelijks,’ zegt De Hoon. ‘Het stimuleert de installateurs om bij de aanleg nog scherper op de kwaliteit te letten.’

Bedrijfsblindheid

Een open wandcontactdoos, te veel zware stekkers in een verdeeldoos of het ontbreken van de aardlekschakelaar; de elektrakeuring is ook goed om bedrijfsblindheid te voorkomen, heeft De Hoon gemerkt. ‘Vaak gaat het om hele kleine dingen, die zo kunnen worden verholpen. Maar in de waan van de dag blijven die vaak liggen. Nu worden ondernemers daar door de inspecteurs nog eens expliciet op gewezen.’
Interpolis wordt steeds vaker al in de ontwerpfase van nieuwbouw van stallen, schuren of kassen betrokken. ‘Gelukkig maar’, zegt De Hoon. ‘Als verzekeraar hebben wij gezien waar het kan misgaan. We zijn gespecialiseerd om dergelijke problemen te voorkomen. Wij geven preventietips en adviseren met onze kennis en ervaring om nog brandveiliger te bouwen.’ Dat dient meerdere doelen, weet De Hoon.
Cijfers uit de eerste inventarisatie wijzen uit dat melkveehouders de zaak gemiddeld iets beter op orde hebben dan hun intensieve collega’s. Toch zullen daar ook fouten aan het licht worden gebracht, verwacht De Hoon. ‘Veroudering en overbelasting spelen wel degelijk een rol, zo bleek ook wel uit de inventarisatie.’

Optimisme

Vanwaar dan toch dat optimisme? De Hoon: ‘Steeds meer ondernemers melken met een robot. De leveranciers van die installaties stellen zelf al hoge eisen aan de aanleg van de elektra, omdat ze niet voor elke storing een monteur willen sturen als het om algemene gebreken gaat.’
De exacte periode dat de inspectie in de melkveehouderij wordt ingezet, is nog niet bekend. Het aantal erkende inspectiebedrijven - de volledige lijst staat op www.interpolis.nl/agro- is beperkt. Interpolis stelt hoge eisen aan de inspectiebedrijven en hun inspecteurs voor het uitvoeren van de Agro Elektra Inspectie. ‘Daarnaast moeten we het zelf ook kunnen behappen in de communicatie met de klant en in onze begeleiding,’ vertelt De Hoon, die er aan toevoegt dat melkveehouders zelf ook het initiatief kunnen nemen.

Cruciale bedrijfsprocessen

Moderne ondernemers zorgen dat ze hun spullen goed op orde hebben, stelt De Hoon. ‘Dat geldt dus zeker ook voor de elektra, omdat daar zoveel cruciale bedrijfsprocessen aan zijn gekoppeld. Denk dan aan het automatisch melken, alle regelapparatuur voor klimaat en licht en het aansturen van de diervoeding en niet te vergeten alle data die ze uit die activiteiten halen. Zoiets mag niet onnodig stil komen te vallen.’

Bijna één op tien bedrijven moet binnen 24 uur actie ondernemen

De Agro Elektra Inspectie is een uniforme en praktijkgerichte inspectie voor elektrische installaties op het agrarisch bedrijf. De keuring richt zich op de onderdelen van de installatie die het grootste gevaar op brand of elektrocutie vormen.

Eventuele gebreken zijn gerubriceerd in drie categorieën:
A. ‘acuut gevaar’ - groot risico op brand of elektrocutie: moet binnen 24 uur worden hersteld
B. ‘gevaar’ - een reële kans op brand of letselschade of verstoring van de continuïteit van de energievoorziening: hersteltermijn binnen 2 maanden
C. ‘matig gevaar’ - de aangetroffen situatie levert geen direct gevaar of gevaar op korte termijn op maar voldoet niet aan de geldende voorschriften: herstel tijdens regulier onderhoud.

Bij een steekproef in de intensieve veehouderij komt de Agro Elektra Inspectie met een gemiddeld aantal A-fouten per bedrijf van 0,27, B-fouten - 5 en C-fouten - 10. ‘De praktijk wijst uit dat bijna 1 op de 10 bedrijven binnen de 24 uur actie moet ondernemen, vanwege persoonlijk gevaar of acuut brandrisico.’ De belangrijkste ‘A-fouten’ zijn: aanrakingsgevaar (niet afgeschermde schakelaar, kabels en draden), een defecte aardlekschakelaar en een te hoge net- of circuit-impedantie (waardoor de beveiliging in een installatie niet adequaat reageert bij overbelasting).