Richten op nieuwe mogelijkheden zorg

Daniëlle Roebroek‘Zorgboeren zitten absoluut op het goede pad, maar ze moeten deze kansen wel grijpen’, zegt Adinda Weijenberg (23). Zij voerde het onderzoek uit als afstudeeropdracht voor haar hbo-opleiding aan Hogeschool Van Hall Larenstein, in opdracht van de Coöperatie Limburgse Zorgboeren (CLZ).
Weijenberg: ‘Toen de plannen voor decentralisatie van de zorg bekend werden, was iedereen nogal sceptisch. Het riep veel vragen op. Hebben gemeentes wel voldoende kennis en middelen in huis om dit allemaal te regelen? Hoe zal het er in praktijk uit gaan zien?’
Zorgboeren zaten natuurlijk vooral met de vraag of zij hun zorg konden blijven aanbieden en hoe dit dan in zijn werk zou gaan. ‘Daaruit vloeide de onderzoeksopdracht van CLZ naar kansen voor zorgboeren in het nieuwe zorgstelsel.’
Het streven van gemeenten is om de zorg prestatiegericht te maken. Weijenberg kwam tot de conclusie dat de denk- en werkwijze van zorgboeren in veel gevallen voldoet aan dat streven.
‘Zorgboeren werken prestatiegericht, met een sterke focus op welzijn en zelfredzaamheid van zorgvragers’, zegt Weijenberg. ‘Zorgboeren werken veel minder winstgericht dan reguliere zorginstellingen. Kwaliteit van zorg staat op de eerste plaats. Zorgboeren en gemeentes vormen dus een goede match.’

Ontwikkelen

‘Maar dat neemt niet weg dat zorgboeren wel moeten nadenken over hoe zij zich willen gaan ontwikkelen’, vervolgt Weijenberg. ‘Kansen liggen er vooral op het gebied van inloopfuncties, arbeidstoeleiding en re-integratie, en meer inzet van dieren in de zorg.’
Bij inloopfuncties kan gedacht worden aan het aanleggen van een sociale moestuin of het opzetten van een sociale eetgelegenheid. ‘Zorgboeren kunnen hiermee een lichte vorm van ondersteuning aanbieden aan mensen zonder indicatie. Dit werkt drempelverlagend voor mensen met een lichte zorgvraag. De inloopfuncties hebben voornamelijk een maatschappelijke functie voor mensen in de buurt. Ze bevorderen het welzijn.’
Ook op het gebied van arbeidstoeleiding en re-integratie valt er voor zorgboeren nog veel te winnen. ‘Hier ligt echt een kans voor zorgboeren. Het past erg goed bij het karakter van de zorgboerderij.’
Leden doen al veel op dit gebied, constateert Weijenberg. ‘Maar ze gaven aan hier graag nog meer mee te willen doen. Dit kan door bijvoorbeeld stageplekken aan de bieden voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Eventueel samen met een stuk educatie. Maar ook voor jongeren die het moeilijk hebben op school en lastig doorstromen kan werk op een zorgboerderij een goede hulp zijn.’

Dieren in de zorg

‘Dat geldt overigens ook voor het werken met dieren. Therapieën met paarden en ezels winnen steeds meer aan populariteit. Dat is niet voor niets; het is gebleken dat dergelijke therapieën vruchten afwerpen.’
Een manco is volgens Weijenberg dat de therapieën vaak niet gecertificeerd zijn. ‘Daardoor is het lastig om er een financiering voor aan te vragen. Daar moet aan gewerkt worden.’
De Coöperatie Limburgse Zorgboeren, waarbij zestig Limburgse zorgboeren zijn aangesloten, ziet zeker brood in de ideeën van Weijenberg. ‘We zijn verheugd met de onderzoeksresultaten. We weten nu waar de kansen liggen’, zegt Carla van Herten, coördinator van CLZ. ‘We gaan hier zeker mee aan de slag.’
Komende maanden gaat de CLZ kijken hoe ze dit verder vorm kan geven. ‘Dat kan zijn in de vorm van workshops voor zorgboeren, maar denk bijvoorbeeld ook aan begeleiding van de zorgboeren of de communicatie richting gemeentes. We gaan de aangesloten zorgboeren zeker verder op weg helpen en ondersteunen.’
Weijenberg: ‘Zorgboeren in Limburg zitten op de goede weg. Ze moeten vooral zo door blijven gaan. Want het zijn enthousiaste, gedreven en innovatieve ondernemers die zich elke dag opnieuw vol overgave storten op de zorg. Zij vervullen een belangrijke rol in het Nederlandse zorgstelsel.’