Verkooppraat bij landbouwonderzoek

Han ReindsenDe hoge kwaliteit die de Nederlandse agrarische sector heeft bereikt, is mede te danken aan de inspanningen van landbouwkundig onderzoekers. Agrarische productie en verwerking zijn hoogwaardige technologieën geworden en geavanceerde toepassingen van kennis.
Sinds het landbouwkundig onderzoek zich om financiële redenen genoodzaakt zag zich op de commerciële markt te bewegen, is er het nodige veranderd. Klanten en partners van onderzoeksinstellingen zorgen voor werk en cofinanciering.
De introductie van deze vraagfinanciering is succesvol verlopen. Het aantal onderzoeken is stabiel en er is meer toegepast onderzoek.
Het voorziet in een behoefte. Zo was de innovatieavond van proefboerderij Oostwaardhoeve in Slootdorp dit jaar goed voor zo’n 350 telers. Op de avond gaven specialisten van dertig fabrikanten, handels- en zaadbedrijven een toelichting op de praktijkproeven. De rol van de onderzoekers was vooral van organisatorische aard.
Wie betaalt, bepaalt. Zo gaven vertegenwoordigers van zaadveredelingsbedrijven een toelichting op de resultaten van rassendemonstraties in suikerbieten en uien. Rassen die ze zelf verkopen. Dat is iets anders dan een proefveld met rassen van verschillende zaadbedrijven en een toelichting door een onafhankelijk onderzoeker.
Eén jaar is geen jaar. Bij onafhankelijk landbouwkundig praktijkonderzoek is het gewenst iets over meerdere jaren, op meerdere locaties en in een aantal herhalingen te bekijken. Dit om onder andere jaar- en weersinvloeden uit te sluiten.
Tijd is geld. Commerciële partijen hebben er belang bij dat onderzoek snel resultaat oplevert. Resultaat van een proef op de ene proefboerderij krijgt soms aandacht op een andere locatie, omdat daar (nog) geen resultaat is behaald.
Zonder de vraagfinanciering hadden we nu door geldgebrek waarschijnlijk minder onderzoek gehad. De verzelfstandiging kan om die reden als een succes worden gezien. Bij de onafhankelijkheid van het onderzoek zijn vraagtekens te zetten.