Weidevogels

Op mijn maïsland loopt een aantal weidevogels, voornamelijk kieviten, die zich daar aardig weet te handhaven.
Dat komt voor een groot gedeelte door een vrijwilliger die de nesten markeert, zodat ik eromheen kan rijden als ik op het land aan het werk ben.
Meestal zie ik alleen de stokjes die hij neerzet, maar dit voorjaar kwamen we elkaar tegen en hebben we even een praatje gemaakt.
‘Het wordt minder’, zei hij. ‘Er zijn te veel vossen.’
Ik geloof hem direct. Er zijn niet alleen vossen, maar ook kraaien en andere vogels.
Vorig jaar liepen er zeven ooievaars op mijn perceel, toen ik aan het ploegen was. Iedereen denkt dat ooievaars kikkers vreten, maar ik weet zeker dat er heel wat jonge weidevogels door ze zijn weggewerkt.
Omdat we hier proberen de geit en de kool te sparen, gaat bescherming van de één dus ten koste van de ander, in dit geval de weidevogels.
Ik had gedacht dat alle boeren het zouden waarderen als iemand de nesten markeert op hun grond. Het verbaasde me dat dat niet altijd zo was.
De nestenzoeker vertelde me dat een boer hem van zijn land had gestuurd en een ander had gezegd dat hij zich niets van de stokjes aantrok en er gewoon overheen maaide.
Hij noemde geen namen, maar het gebied waarin hij zoekt is niet verschrikkelijk groot en de meeste boeren in dat gebied ken ik wel.
Ik heb altijd heel stellig gezegd dat ik niet één boer ken die doelbewust over een kievitsnest heen rijdt, maar ik ken ze dus wel.
Jammer, en niet alleen slecht voor de weidevogels, maar ook voor de boeren.
In onze omgeving is veel nieuwe natuur gemaakt en hoe minder weidevogels er op de landbouwgrond zitten, hoe meer draagvlak er is voor extra nieuwe natuur.
Dan kunnen wij daartegen inbrengen dat er zo veel vossen, kraaien en ooievaars zijn, maar als wij zelf niets doen om nesten te sparen, dan is dat geen argument waar veel mensen van onder de indruk zijn.
Bovendien zijn we allemaal boer geworden uit liefde voor het vak.
Neem dan dus even de moeite om iets aan het stuur van de trekker te draaien en om een nest heen te rijden en geniet ervan als je jongen ziet lopen. Schade heb je er niet van.
Gelukkig denken de meeste andere boeren er ook zo over.

Timo Burgers