Aantal veehouders in Vlaanderen neemt flink af

Het aantal varkensbedrijven zal met meer dan een derde afnemen. Bij de melkveebedrijven geeft 20 procent aan te willen stoppen en bij vleesveebedrijven gaat het om ongeveer 25 procent. Vooral de kleine bedrijven haken af.

Door de stoppende veehouders zullen de broeikasgas- en stikstofemissies dalen. Het Agentschap Landbouw en Zeevisserij concludeert dit op basis van van een enquête uit het Landbouwmonitoringsnetwerk. Hierin konden boeren hun eigen situatie inschatten voor de komende jaren.

Afname aantal dieren valt mee

De daling van het aantal varkens in Vlaanderen is in verhouding kleiner. Het verwachte aantal varkens ligt 16 tot 23 procent lager dan in 2024. Dit verschilt per berekeningsmethode. Deze daling zorgt voor een afname van methaan- en lachgasemissies met eveneens 16 tot 23 procent. De daling van ammoniakemissies is nog iets groter, omdat vooral de bedrijven zonder ammoniakemissiearme stallen gaan stoppen met varkens.

Bij een kwart van de melkveehouders neemt het aantal dieren toe. Hierdoor neemt de totale melkveestapel met slecht 6 procent af. Bij de vleesveestapel is dat tussen de 10 en 15 procent, afhankelijk van de rekenmethode. De verwachte daling van de hele rundveestapel is tussen de 7 en 9,4 procent. Het gaat vooral om kleine bedrijven die stoppen.

Emissies dalen ook

De daling van lachgasemissies is in verhouding met de verwachte afname van de rundveestapel. De daling van de methaan- en ammoniakemissies is naar verhouding minder groot, omdat het aandeel melkvee in de totale rundveestapel toeneemt. De verwachte daling van de enterische emissies is 6,5 tot 8,3 procent en die van de totale methaanemissies 6,4 tot 8,1procent. De verwachte daling van de ammoniakemissies is 6,5 tot 8,4 procent.

De emissiereducties zijn alleen berekend op basis van de gereduceerde veestapel. De emissies kunnen nog verder afnemen door andere maatregelen.

Stikstof- en klimaatdoelen

De enquête is georganiseerd om in te schatten in welke mate de natuurlijke afvloeiing van veehouders bijdraagt aan het behalen van de stikstof- en klimaatdoelen in Vlaanderen. 'We zien dat de gemiddelde leeftijd van de Vlaamse landbouwer toeneemt en bedrijfsleiders vaak geen opvolger hebben', stelt het Agentschap Landbouw en Zeevisserij.

De cijfers zijn op basis van de intenties van de veehouders. 'Als veehouders hun eigen situatie niet realistisch hebben ingeschat, of als de omstandigheden drastisch wijzigen, zal deze prognose minder accuraat zijn', stelt het agentschap. Voor de pluimveesector is geen prognose gemaakt, omdat er te weinig aanmeldingen waren.