Droogteseizoen begint vroeg, grondwaterstand is dalend

De maanden februari en maart waren zeer droog en zonnig. Daardoor zijn de afvoeren van de Maas en de Rijn op dit moment lager dan normaal. Ook staat in de monitor dat de grondwaterstanden in Nederland veelal verlaagd en dalend zijn, terwijl lokaal nog wel sprake is van hogere grondwaterstanden. De eerste signalen van droogte vragen om alertheid, maar momenteel zijn de zoetwaterbeschikbaarheid en de waterkwaliteit op orde.

De weerberichten voorspellen voor de komende weken geen neerslag in de stroomgebieden van de Rijn en de Maas, waardoor de uitgangssituatie voor het droogteseizoen minder is gunstig dan in voorgaande jaren. Daarnaast zijn de watervoorraden in Zwitserland lager dan gebruikelijk; de waterstanden in de Zwitserse stuwmeren zijn laag en er ligt weinig sneeuw in de Alpen. De afvoeren van de Rijn en de Maas blijven naar verwachting dalen.

Rijkswaterstaat verwacht dat de zoetwatervraag in de komende periode zal toenemen vanwege de start van het groeiseizoen. Op plekken waar geen water kan worden aangevoerd, heeft de natuur lokaal al enige last van de droogte, staat in het monitor.

Eerste maatregelen

Omdat de uitgangssituatie voor dit droogteseizoen minder gunstig is dan in de afgelopen jaren nemen waterbeheerders al de eerste standaard maatregelen. Zo zet Rijkswaterstaat het IJssel- en Markermeer op een hoger peil. En regionaal en lokaal zetten waterschappen de waterstand op het zomerpeil.

Het opzetten van peilen is maatwerk, want lokaal is ook nog sprake van verhoogde grondwaterstanden. Verder is er vanaf 1 april een aantal gebruikelijke lokale en regionale onttrekkingsverboden van kracht.

De droogtemonitor wordt samengesteld door de Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling van het Watermanagementcentrum Nederland (WMCN-LCW) met bijdragen van de waterschappen, Rijkswaterstaat, het KNMI, de provincies, het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur en de vereniging van waterbedrijven Vewin.