Advies LNV: aardappelsector, zoek vrienden in Europa

Veel besluiten van de Europese Unie die impact hebben op de teelt en handel van aardappelen, zijn volgens Vossenaar politiek gedragen. Daarom is het verstandig om in Brussel goede vrienden te hebben, stelt hij.

Vossenaar heeft bij LNV de functie van speciale vertegenwoordiger met focus op het internationale speelveld. Hij was vorige week een van de gastsprekers tijdens de algemene ledenvergadering van de NAO. Daar gaf hij zijn visie op de toekomst van de aardappelteelt.

'Brussel bepaalt nu eenmaal de speelruimte in de landbouwsectoren. Besluiten over bijvoorbeeld glyfosaat, mest of veel fytosanitaire zaken krijgen steeds meer een politieke lading. Politici en ambtenaren zijn in hun besluitvorming soms geneigd brandjes te blussen. Ze hebben daardoor niet voldoende in beeld wat de gevolgen zijn voor de productie van landbouwgewassen', verklaart Vossenaar.

Maatschappelijke uitdagingen

Het advies van de LNV-vertegenwoordiger aan de aardappelketen is, naast het zoeken van de juiste vrienden, om ook in te zetten op een betere communicatie. 'Geef uitleg over het belang van de teelt en over de internationale kansen voor de aardappel als belangrijk voedingsmiddel. Laat verder zien dat je als sector oplossingen levert voor maatschappelijke uitdagingen.'

Voor de overheid zelf ziet Vossenaar ook een rol weggelegd voor een betere belangenbehartiging internationaal. Zo heeft LNV onlangs het landbouwattaché-netwerk uitgebreid met plaatsingen in Rome en Kopenhagen.

Alex Datema, directeur Food & Agri bij Rabobank, ziet internationaal wel lichtpuntjes voor de Nederlandse aardappelsector. Hij constateert dat er bij de EU-lidstaten meer begrip komt voor regelgeving op basis van doelsturing. 'De realiteit dat Nederland een ander beleid nodig heeft met andere doelen dan bijvoorbeeld Noorwegen of Spanje, landt steeds beter.'

Eigen voedselproductie in EU

Verder veranderen volgens Datema ook de inzichten over de voedselstrategie en wordt meer waarde gehecht aan de eigen voedselproductie in de EU. 'Maar dat moet dan wel duurzaam gebeuren. In de visie van Rabobank zien we een duurzame teelt als belangrijk criterium voor het verstrekken van financieringen. Dat is niet zozeer vanuit een groene gedachte, maar puur een zakelijke overweging. Alleen een duurzame bedrijfsvoering zien wij als toekomstbestendig.'

Als het gaat om een effectieve lobby en opkomen voor het collectieve belang, zowel internationaal als nationaal, zou de aardappelketen nog meer een voorbeeld kunnen nemen aan de Nederlandse tuinbouw. Althans, dat vinden de directeuren André Hoogendijk van BO Akkerbouw en Dick Hylkema van de Nederlandse Aardappel Organisatie. Hylkema stelt dat de Greenports ooit zijn ontstaan als clusters in gebieden die sterk afhankelijk zijn van vooral de glastuinbouw. 'Dat kan een optie zijn voor specifieke aardappelteeltgebieden.'

Ook Hoogendijk ziet meer kansen voor clustering: 'Den Haag is wel gevoelig voor collectieve initiatieven met een breed draagvlak. Vanuit de aardappelketen proberen wij daar vorm aan te geven. Zo draait er nu een groot project om te werken aan het beperken van de nitraatuitspoeling in de aardappelteelt en laten we met de Taskforce Phytophthora zien hoe we als Nederlandse aardappelketen gezamenlijk een groot probleem kunnen aanpakken.'