Behandelplan mastitis moet eerstekeusmiddel bevatten

Tijden veranderen, het zijn roerige tijden voor melkveehouders en de landbouw als geheel. Fosfaatrechten, CO2, stikstof, transitie naar circulaire landbouw, oog voor welzijn en duurzame productie, maar ook gewoon voor veel bedrijven weer tijd voor een up-to-date bedrijfsgezondheids- en bedrijfsbehandelplan.

Behandelplan+mastitis+moet+eerstekeusmiddel+bevatten
Boehringer Ingelheim
© Boehringer Ingelheim

Ook in het bedrijfsgezondheids- en bedrijfsbehandelplan hebben de laatste jaren transities plaatsgevonden, zoals van alle koeien droogzetten naar selectief droogzetten met een eerstekeusmiddel en van tweedekeus- naar eerstekeusmiddelen voor behandelingen met antibiotica.

De behandeling van mastitis is nog een beetje een uitzondering, waarvoor tweedekeusmiddelen op het behandelplan en het op voorraad hebben nog is toegestaan. Echter voor milde mastitis graad 1 en 2, moet er een eerstekeusmiddel op het behandelplan staan.

Veldonderzoek

Uit recent veldonderzoek waaraan 82 veehouders meededen, bleek dat zij in ongeveer 90 procent van de mastitisgevallen met een milde graad 1 of 2 mastitis te maken hadden. Waarvoor dus een eerstekeusmiddel geïndiceerd is.

Bij graad 1 en 2 behandelen we eenmaal daags met eerstekeusinjector

Caroline Huetink, dierenarts Dierenkliniek Het Leijdal in Chaam

In 80 procent van deze gevallen bleek de aangetoonde verwekker een kiem te zijn, die ook nog eens goed gevoelig is voor eerstekeusmiddelen. Van de milde graad 1 en 2 mastitisgevallen, die met een eerstekeusinjector waren behandeld, was 81 procent klinisch genezen.

Geen excuus dus om alleen nog maar tweedekeusmiddelen bij mastitis te gebruiken. In veel gevallen zal een eerstekeus minstens zo effectief zijn. Dus weer een transitie, deze keer naar het gebruik van eerstekeusmiddelen bij de behandeling van milde graad 1 en 2 mastitis.
De mate waarin melkveehouders daadwerkelijk kiezen voor eerstekeusinjectoren, lijkt wisselend te zijn.

‘Sommige melkveehouders zijn huiverig om naar een smalspectrum-middel over te stappen, omdat dat niet alle kiemen aanpakt’, merkt dierenarts Caroline Huetink van Dierenkliniek Het Leijdal in Chaam (Noord-Brabant) dagelijks in de praktijk.

Het indelen van mastitisgevallen in 3 graden helpt echter in het bepalen van de meest geschikte aanpak. Bij graad 1 is er alleen sprake van afwijkende melk, bij graad 2 is eveneens het kwartier afwijkend. Denk aan zwelling, hardheid, verkleuring, pijn en warmte. Bij graad 3 is de koe ook ziek.

‘Bij de milde graad 1 en 2 mastitisgevallen gaan we eenmaal daags behandelen met de eerstekeusinjector. Bij graad 3 kiezen we voor een tweedekeusmiddel en combineren dat met antibiotica bijspuiten in de nek. In alle gevallen van mastitis, zowel graad 1, 2 als 3, geven we ook een pijnstiller’, zegt Huetink.

‘In de praktijk komt het erop neer dat we in twee derde van alle mastitisgevallen een eerstekeus mastitisinjector gebruiken. Bij de bedrijven die meededen aan het veldonderzoek werden met deze aanpak goede resultaten gezien. De veldervaring wees uit dat er bij milde mastitis (graad 1 en graad 2) in 80 procent van de gevallen sprake is van grampositieve mastitisverwekkers.’

‘En die pak je met een eerstekeusmiddel goed aan’, vervolgt ze. ‘Sterker nog, de praktijkproef liet bij deelnemende bedrijven ook zien dat het eerstekeusmiddel vaak beter werkt dan een breedwerkend tweedekeusmiddel.’

Bacteriologisch onderzoek

Om de aanpak van mastitis te versimpelen wordt vaak aangegeven dat er behoefte is aan een sneltest die in korte tijd duidelijk kan maken welke mastitisverwekker in het spel is. Als er bacteriologisch onderzoek ofwel BO wordt uitgevoerd bij een mastitisgeval, duurt het 2 tot 3 dagen voordat er een uitslag van het BO is. Zo lang kun je niet wachten met het inzetten van antibiotica.

• Klik hier voor meer informatie over uiergezondheid

Dierenarts Huetink beaamt dat een goede sneltest handig zou zijn. ‘Anderzijds heeft de praktijkproef ook laten zien dat behandeling met een eerstekeusinjector goed uitpakt en in verreweg de meeste gevallen goed werkzaam is tegen de aangetoonde mastitisverwekkers. En dat, indien de milde mastitis toch werd veroorzaakt door gramnegatieve mastitisverwekkers, een eerstekeusinjector de genezing niet schaadt. Reden is dat de koe hier zelf zonder hulp van buiten de infectie kan aanpakken.’

Goed hulpmiddel

De veldervaring is volgens Huetink een goed hulpmiddel bij het informeren van melkveehouders over de beste aanpak van mastitis. ‘Het indelen van mastitis in gradaties en daar de behandeling op afstemmen heeft voordelen. Je kunt gericht eerstekeus mastitisinjectoren inzetten en daarmee goede resultaten boeken bij milde graad 1 en 2 mastitis.’

Huetink begrijpt dat niet alle melkveehouders zitten te wachten op een verandering van de werkwijze bij mastitisbehandeling. ‘Het voorkomen van resistentie-ontwikkeling is echter een belangrijke drijfveer om zorgvuldig om te gaan met antibiotica en om je te houden aan regelgeving op dit vlak’, legt ze uit.

‘Gelukkig zien we in de praktijk dat doordacht inzetten van eerstekeus mastitisinjectoren een prima bijdrage kan leveren aan een goede uiergezondheid.’

• Klik hier voor meer informatie over uiergezondheid

Boehringer Ingelheim

Innovatieve geneesmiddelen voor mensen en dieren, daarvoor zet het onderzoeksgerichte farmaceutische bedrijf Boehringer Ingelheim zich al meer dan 130 jaar in....

Lees verder »

Meer van Boehringer Ingelheim

Lees ook

Meer artikelen van Boehringer Ingelheim »

Artikelen over Boehringer Ingelheim