Bronnen fosfaat beter in kaart

Vlak voor het zomerreces nam de Tweede Kamer met brede steun een motie aan die pleit voor een brede fosfaatrapportage. Daarmee wordt erkent dat er meer factoren een rol spelen in het fosfaatdossier dan alleen de agrarische sector. Naast de vervuiling uit de landbouw moet er straks in rapportages over de waterkwaliteit ook rekening gehouden worden met fosfaten uit de bodem, rioolwaterzuiveringsinstallaties en -overstorten en watervogels.

Discussie

Over het verband tussen fosfaatvervuiling en de landbouw wordt al meer dan twintig jaar gediscussieerd, zegt Wiebren van Stralen, LTO-beleidsadviseur Mest en Milieu. 'Probleem is dat fosfaat niet direct te herleiden is tot de bron. Het goede aan deze motie is dat er straks beter wordt gekeken naar waar komen die fosfaten vandaan en dat er niet langer wordt gewerkt met aannames.'
Een van de aanleidingen voor de motie was het rapport Waterkwaliteit en Veehouderij van onderzoeksjournalist Geesje Rotgers van V-focus dat in april aan de Tweede Kamer werd aangeboden. Het onderzoek laat onder meer zien dat er geen verband is tussen regio's met veel veehouderijen en een hoge fosfaatbelasting.
'Door de toenemende forse regenbuien is het niet onaannemelijk dat er meer fosfaat uit riooloverstorten in het oppervlaktewater komt. Misschien moeten we daarom wel andere eisen gaan stellen aan de bouw van dergelijke overstorten. En dat moet vervolgens ook gehandhaafd worden', zegt Van Stralen.
Of de motie invloed zal hebben op het beleid is nog maar de vraag, erkent de milieuspecialist van LTO. Het gaat in ieder geval een rol spelen bij de evaluatie van het meststoffenbeleid en het Deltaplan Waterkwaliteit in de Tweede Kamer. 'Ik heb niet de indruk dat dit de wereld op z'n kop gaat zetten, maar het is wel goed om te weten hoe het in de praktijk uitpakt.'

Verbeterd

De nieuwe gedetailleerdere rapportages moeten onder meer antwoord geven op de vraag hoe het komt dat de fosfaatvervuiling niet verder verminderd. 'Er is in de afgelopen jaren veel beleid gemaakt en de verwachting was dan ook dat het verder zou dalen. Dat gebeurde niet. De uitvoering blijkt in de praktijk dus anders uit te pakken.'