Vlaanderen wil oudere melkkoeien

De Vlaamse overheid heeft een rapport uitgebracht, dat melkveehouders kan ondersteunen bij het verhogen van de levensproductie. Het kan daarbij ook de Nederlandse melkveehouder helpen.

Het rapport gaat in op belangrijke aspecten die de levensduur van de koe beïnvloeden. Zo komen voeding, jongveeopfok, vruchtbaarheid, uiergezondheid, klauwgezondheid, hygiëne en fokkerij aan bod.

Levensproductie

De levensproductie per afgevoerde koe is in Vlaanderen in de laatste twintig jaar gestegen van 20.000 naar 28.000 kilo melk. De laatste jaren is die productie overigens redelijk stabiel.

In Nederland lag die productie vorig jaar overigens al tegen de 31.000 kilo melk. Maar ook hier is voor veel ondernemers een hogere levensproductie het streven.

Vervangen

Op dit moment wordt jaarlijks op Vlaamse melkveebedrijven gemiddeld 30 procent van de melkveestapel vervangen. Koeien die snel worden vervangen, bereiken geen hoge levensproductie.

Net als in Nederland is een koe met een hoge levensproductie economisch aantrekkelijk. Er hoeft immers minder jongvee te worden opgefokt voor de vervanging van de veestapel.

Welzijn

Daarnaast is die hoge levensproductie goed voor het welzijn van de koe, stelt het departement. Ook draagt het bij aan een positief\ maatschappelijk imago van de veehouderij. Zo kalven op dit moment de Belgische melkkoeien vaker dan drie keer.

Daarbij komt dat Belgische melkkoeien hun topproductie pas vanaf drie keer afkalven, de derde lactatie, behalen.