College wil Beweging in Brabant

Maarten LesemanDat zijn voor het nieuwe college van Gedeputeerde Staten (GS) van Noord-Brabant (VVD, SP, D66 en PvdA) de maatschappelijke uitdagingen in de komende bestuursperiode. Dat blijkt uit het deze week gepresenteerde collegeakkoord ‘Beweging in Brabant’. Anne-Marie Spierings (D66) krijgt de portefeuille Agrarische Ontwikkeling.
GS wil een landbouw die duurzaam produceert en ketens op Noordwest-Europese schaal sluit, een maatschappelijk gewaardeerde sector, die past in de omgeving en geen onaanvaardbare gezondheidsrisico’s met zich meebrengt. Een topsector die vanuit eigen kracht en verantwoordelijkheid opereert, kansen grijpt en verbindingen zoekt met andere sectoren. Kwaliteit en toegevoegde waarde zijn de sleutelbegrippen.

Circulair denken

Mest is geen afval, maar een kans om te verwaarden tot nieuwe producten en energie en sluit aan bij het circulaire denken van dit college. GS wil actief de regie nemen en zelf de locaties aanwijzen voor grootschalige mestverwerking. Zij ontwikkelt daarvoor een mestmenu. Dat moet inzichtelijk maken aan welke voorwaarden mestverwerking en -vergisting moeten voldoen. Het college stuurt op doelen en niet op middelen.
GS kiest voor een omslag van generiek beleid naar een specifieke aanpak met ruimte om te experimenteren. Landbouw kan zich ontplooien mits ze voldoet aan duurzaamheid, gezondheid, dierenwelzijn en maatschappelijke acceptatie.
Dat betekent bijvoorbeeld dat de overlast van fijnstof en geur uit de intensieve veehouderij moet afnemen tot een aanvaardbaar niveau. Nieuw onderzoek kan aanleiding zijn om het bestaande beleid aan te passen. Normen worden echter niet genoemd.
Innovatie van de agrofoodsector, met kwaliteit en toegevoegde waarde als kern, is een van de speerpunten van het college. Daar gaat ook een substantieel budget naartoe. GS denkt aan het ontwikkelen van nieuwe verdienmodellen en het stimuleren van cross-sectorale samenwerking, chemie en landbouw bijvoorbeeld, om de circulaire economie een impuls te geven.
Het college heeft ook aandacht voor stoppende boeren en de sociale effecten van leegstand in het buitengebied. Over vrijkomende agrarische gebouwen zegt GS dat er onderzoek komt naar herbestemming en er ruimte is om te experimenten.