Spaarpot vangt klappen vrije markt op

Ilona LesscherTot de zomer ontvingen melkveehouders nog 40 cent per liter melk. ‘Maar iedereen weet dat 20 cent per liter ook een keer komt. En heb je je kritieke opbrengstprijs in beeld, dan weet je ook wat je tekort komt en wanneer er een gat op je lopende rekening valt. Zorg maar dat je wat achter de hand hebt’, zegt Bert Bosma, varkenshouder in het Overijsselse Paasloo.
Want wie in zo’n slechte periode naar de bank moet, krijgt te maken met andere spelregels dan wanneer de kredietwaardigheid wel goed is. ‘Dan ben je in één keer een risicobedrijf.’
Bosma houdt samen met zijn zwager 1.100 zeugen en 1.400 vleesvarkens op voergeld. De jaarlijkse omzet ligt tussen de 2 en 2,5 miljard euro per jaar.
Prijsschommelingen vangt het bedrijf op met geld dat bewust apart wordt gezet op een spaarrekening. Dat geld wordt ook nergens anders voor gebruikt. Het gaat om een paar weken omzet, geeft Bosma aan.
Bosma sprak tijdens de Boerenavond van dierenartsenpraktijk Wolvega. Thema van de avond was ‘Managen in een tijdperk zonder melkquotum’.

Kengetallen

De varkenshouderij kent niet anders dan een vrije marktsituatie. Continu sturen op kengetallen is daar ook meer gemeengoed dan in de melkveehouderij. ‘Houd de belangrijkste kengetallen continu in de gaten, vooral die er financieel toe doen’, adviseert Bosma. Specifiek noemt hij voerefficiëntie (kilo’s voer per kilo melk). ‘Dat wordt een heel belangrijke.’
Analyse van de cijfers uit het managementprogramma is specialistenwerk. Ook als je zoals Bosma jaren als landbouweconoom werkzaam was bij Wageningen UR. Hij adviseert ondernemers ‘de juiste (onafhankelijke) mensen aan te trekken om het bedrijf op een hoger plan te trekken’.