Europees innovation partnership

Willem Dijkema 20 jul 2013 om 08:55uur

'Melkveehouders kunnen gebruik maken van de nieuwe innovatiemogelijkheden in het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid(GLB). Deels doen ze het al, maar het kan veel efficiënter', aldus LTO zuivelmarktvolger Klaas Johan Osinga.

30 Boeren, onderzoekers en vertegenwoordigers van overheden, Rabobank, PZ en FrieslandCampina discussieerden op een informatiebijeenkomst van Europe Direct en LTO op het bedrijf Borgman en Roeterdink in Vierakker over het huidige woud van kennisnetwerken, zoals studieclubs en VVBs, LTO-afdelingen, Melkveeacademie, Courage en Netwerk Platteland. Conclusie: wat de EU hier toevoegt aan het GLB, dat doen we al. Alleen kan het veel efficiënter.

LTO en PZ hebben al enkele jaren geleden het initiatief genomen voor de oprichting van het European Cattle Innovation Partnership met vergelijkbare partijen in Denemarken, Ierland, Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Zweden en Israel. Hieruit blijkt nu al dat de kennisvragen vaak dezelfde zijn, er dubbel werk gebeurt en dat Nederland prima gebruik kan maken van bestaande kennis in het buitenland. Europa gaat mogelijkheden bieden voor dit soort grensoverschrijdende samenwerking.

Het ministerie van EZ en de provincie Noord-Brabant gaven aan dat het European Innovation Partnership (EIP) zeker opgenomen gaat worden in het nieuwe plattelandsbeleid (2014-2020). Maar de overheden zitten niet te wachten op een groot aantal kleine aanvragen. Beter is een robuste structuur die de boerengroepen aan de basis helpt om hun kennisvragen te formuleren en daarvoor steun te krijgen in het Brusselse Horizon 2020 programma.

LTO Melkveehouderij neemt het initiatief om op korte termijn met een voorstel te komen.