Akkerbouwers zien toekomst niet zo rooskleurig in

In de recentste meting noteert de akkerbouwsector in het tweede kwartaal van 2025 een score van 0,5 punt. Dat ligt vrijwel op het nulpunt, wat betekent dat het aantal positief gestemde akkerbouwers ongeveer gelijk is aan het aantal negatief gestemden.

De verwachtingen voor de langere termijn (twee à drie jaar) zijn al langere tijd negatief en daalden dit kwartaal verder met 1 punt tot bijna -17 punten. De huidige stemming van akkerbouwers blijft met ruim 21 punten (+2 punten) nog positief.

Oorzaken voor de lage verwachtingen voor de komende jaren zijn strengere eisen, lagere productie en lagere prijzen voor het komende jaar. Volgens onderzoeker Mark Manshanden van Wageningen Social & Economic Research (WSER) blijven de prijzen voor consumptieaardappelen een punt van zorg.

'Door de uitbreiding van het Europese areaal en de verwachting van een hoge kilo-opbrengst per hectare is het aanbod groter dan de vraag. Overproductie en een beperkte afzetmogelijkheden drukken de prijzen uit de vrije verkoop daardoor tot een zeer laag niveau', geeft Manshanden aan.

Vrije aardappelprijs

Akkerbouwers boekten in het vorige seizoen over het algemeen goede financiële resultaten. Manshanden: 'Maar aan het begin van dit seizoen zakte de vrije aardappelprijs wel. Telers met veel vrije aardappelen zullen een flinke financiële tegenvaller van de verkoop van de in 2024 geoogste aardappelen moeten verwerken. Het begin van seizoen 2025 ging goed en ook in het tweede kwartaal ontwikkelt het gewas zich goed.'

De Wageningse onderzoeker geeft aan dat ook andere gewassen zoals suikerbieten en tarwe het omzetverlies waarschijnlijk niet gaan compenseren. 'Alles bij elkaar verwacht ik niet dat de oogst van 2025 gemiddeld een goed financieel resultaat oplevert.'

Ook voor de middellange termijn zijn de vooruitzichten volgens Manshanden minder positief. 'De maatschappelijke eisen aan de productie van gewassen maken de concurrentie op de Europese en wereldmarkt extra uitdagend.'

Positief sentiment in melkveehouderij

In de melkveehouderij is het vertrouwen stabiel gebleven met 20 punten. WSER-onderzoeker Jakob Jager wijst op de aanhoudend hoge melkprijs en dalende rente als belangrijkste oorzaken van het positieve sentiment.

'De mestafzetkosten zijn weliswaar hoog en meer rundveemest moet vanwege de afbouw van de derogatie worden afgezet, maar door het gunstige voorjaarsweer en minder gehouden varkens is veel mest tegen lagere prijzen afgezet dan verwacht', licht Jager toe.

Volgens de sectordeskundige hangt dit vooral samen met de gunstige langetermijnvooruitzichten voor de melkprijs. Die prijs is nu al hoog doordat de vraag sterker stijgt dan het aanbod. In mindere mate speelt ook mee dat het huidige kabinet de maatregelen voor stikstofreductie verder voor zich uitschuift en geen verplichte uitkoopregeling invoert.'

Het vertrouwen in de biologische sector daalde licht met 2,6 punten tot 18,5 punten. Gekeken naar alle sectoren in de land- en tuinbouw is de Agro Vertrouwensindex stabiel gebleven met 10 punten.