Aardappelkweekbedrijf Averis Seeds verbreedt de blik naar buiten

Hendrik Jan Schepel, manager operations bij Averis, stopt de trekker met daarachter een platte wagen bij het eerste proefveldje van het kweekbedrijf in het Drentse Valthermond. Na een rondleiding door de kassen en het laboratorium is niet veel tijd meer over voor een rondje langs de akker. Toch wil Schepel graag nog twee producten uit de kwekerij in het veld laten zien.

Hij is trots op de rassen die het bedrijf heeft voortgebracht. En op twee rassen in het bijzonder. Daar laat hij zich, weliswaar wat onwennig, graag op de foto zetten. Als eerste stopt hij de kar voor een proefveld met aardappelen van het ras Aveline. 'Dit is het snelst groeiende ras van Averis', begint Schepel.

Aveline is resistent tegen aaltjes die aardappelmoeheid veroorzaken. Ook is het ras resistent tegen wratziekte. Het zijn de twee belangrijkste aspecten die een ras in het zetmeelaardappelgebied moet bezitten. Bovendien is Aveline een vroege aardappel en virusresistent.

Belangrijk is volgens Schepel ook dat het ras goed bestand is tegen phytophthora. Waar vorig jaar de meeste zetmeelaardappelpercelen vijftien tot zeventien keer moesten worden gespoten tegen deze aardappelziekte, bleken vijf bespuitingen voldoende in percelen met het ras Aveline. Het levert dus een flinke reductie aan gewasbeschermingsmiddelen op.

Daarmee bespaart de teler een hoop werk en kosten. Dat laatste is steeds belangrijker geworden, ook in de strijd om een plekje op de akker. Om zoveel mogelijk winst in de bespuitingen tegen phytophthora te behalen, ondersteunt kweekbedrijf Averis de teler van Aveline met adviezen wanneer het best een bespuiting kan worden uitgevoerd. Dat betekent pas spuiten als het echt nodig is en niet als de kalender erom vraagt.

Chitwoodi

Schepel start de trekker en rijdt een stukje verder. De tweede stop is bij een veldje met daarin een bord waarop de naam Aletta staat. 'Dit is het enige ras op de rassenlijst met resistentie tegen chitwoodi', zegt Schepel. 'Voor pootgoedtelers is dat heel belangrijk.'

Aletta is volgens Schepel ook het ras met de beste brede resistentie tegen aardappelmoeheid. In de rassenkeuzetoets om aardappelmoeheidsbesmettingen tegen te gaan, staat dit ras steevast bovenaan, verzekert de manager operations.

In het zetmeelaardappelgebied kan Aletta blind bouwplanbreed worden ingezet tegen aardappelmoeheid. Schepel: 'Simpelweg omdat er geen beter ras is. Op veel percelen met virulente pallida-besmetting kan met dit ras de besmetting omlaag worden gebracht.'

De rassen Aveline en Aletta gaan volgens Averis de kopgroep vormen, samen met de hardlopers Avamond en BMC. Het ras BMC was vorig jaar de grootste op de aangiftelijst van keuringsdienst NAK, met een areaal van 320 hectare pootgoed. Het ras Avamond volgt met een areaal van 250 hectare. De nieuwkomers Aletta (18 hectare) en Aveline (49 hectare) moeten daarin nog grote stappen zetten.

Ook in de kassen bij het 70 hectare metende veredelingsbedrijf krijgen de nieuwkomers alle aandacht. Nieuwe kruisingen worden met zorg en met de hand gemaakt. Daar zijn enkele medewerkers dagelijks mee bezig. Om de resultaten van de vele tienduizenden zaailingen sneller te kunnen aflezen, worden steeds nieuwe technieken ingezet.

Zo is er een soort van inloopkast met PCR-testen. Net zoals bij het testen op het coronavirus worden deze machines ingezet om onder geconditioneerde omstandigheden sneller resultaat te hebben. In de kleine ruimte staan tien apparaten naast elkaar te draaien. Daarnaast is er nog een inloopkast met rekken waarin potten met zaailingen worden bewaard.

In de grotere centrale ruimte buigen twee medewerkers zich over de apparatuur om de metingen van een plaatje met 96 monsters in de gaten te houden. Er heerst serene rust. Dat geldt ook voor de kassen achter het laboratorium. In de achterste kas zijn drie medewerkers bezig met het verwijderen van stuifmeeldraden. Bij de kruisingen blijft het voorlopig allemaal nog handwerk. Het vele werk moet ieder jaar weer een of twee nieuwe rassen op de rassenlijst opleveren.

Moederbedrijf Avebe heeft besloten om de basis van kweekbedrijf Averis Seeds te verbreden. In de afgelopen twaalf jaar was Averis alleen gericht op kweekwerk en pootgoedverkoop aan leden van Avebe. Nu gaat de blik naar buiten. Daarmee wil zetmeelconcern Avebe de waarde van het kweekwerk verder vergroten. 'Er is veel vraag vanuit aanpalende markten', stelt Marleen de Rond-Schouten, directeur Agro & Strategie bij Avebe.

Investeren

Meer inkomsten bieden meer mogelijkheden om te investeren in de kweekactiviteiten. Zodoende wil het bedrijf de voorsprong op een aantal terreinen vasthouden en zo mogelijk vergroten. Om het kweekwerk te beschermen, heeft Averis Seeds zich aangesloten bij Breeders Trust.

Daarnaast zoekt Avebe mogelijkheden om het belang van het eigen kweekbedrijf ook voor de leden van de zetmeelcoöperatie te vergroten. Zo krijgen leden in de aanloopfase van nieuwe rassen het exclusieve recht om deze rassen te telen.

Daarnaast wordt er geëxperimenteerd met het geven van kortingen aan de leden die pootgoed van Averis aanschaffen. Dit ledenvoordeel moet zetmeelaardappeltelers helpen de teeltkosten te verminderen.