Van Dam trapt zeven duurzame gewasbeschermingproeven af

De zeven pilots moeten aan het licht brengen wat voor knelpunten er zijn bij Integrated Pest Management (IPM) zodat de systeemaanpak kan worden verbeterd. Teler proberen bij IPM allereerst ziekten, plagen en onkruid in het gewas te voorkomen. Als ze toch middelen moet inzetten, kiezen ze eerst voor een groen alternatief. Chemische middelen zijn een laatste redmiddel en worden zo gericht mogelijk toegepast.

De zeven door LTO Nederland georganiseerde proeven vinden plaats in de glasgroenteteelt, bloembollenteelt, fruitteelt, boomteelt, vollegrondsgroenteteelt, bloemisterij en het uitgangsmateriaal. In de pilots worden telers begeleid door deskundigen.

Afrikaantjes en schimmels

In de lelieteelt worden bijvoorbeeld aaltjes bestreden door voorafgaand aan de lelies afrikaantjes te telen, en met een biologisch wortelversterkend middel de lelies tegen aaltjes te beschermen. In de appelteelt wordt geëxperimenteerd met roofmijten om schadelijke mijtensoorten te bestrijden.

Van Dam plaatste woensdag bij Paprikakwekerij Van der Spek in Bergschenhoek de eerste kweekpot met de schimmel ‘Pandora neoaphidis’. Het bedrijf wil met behulp van sluipwespen die de schimmel verspreiden, luizen bestrijden.

De afspraken over de systeemaanpak zijn gemaakt tijdens de Dialoog Duurzame Gewasbescherming eerder dit jaar. Tijdens deze bijeenkomst hebben de betrokken partijen afgesproken om betere randvoorwaarden te creëren voor de toepassing van IPM in de praktijk.

Aanpassing toelatingsbeleid

Volgens Joris Baecke, portefeuillehouder Plantgezondheid bij LTO Nederland, is het nodig dat ook het toelatingsbeleid van gewasbeschermingsmiddelen wordt afgestemd op IPM. ‘Op dit moment is het toelatingsbeleid gericht op het beoordelen van individuele stoffen en niet op het toelaten van innovatieve duurzame systemen’, zegt hij.

Ook Nico van Ruiten, voorzitter van LTO Glaskracht Nederland, pleit voor zo’n aanpassing. ‘Het huidige beleid is een rem op de vergroening van de gewasbescherming en de verdere ontwikkeling van IPM. Zonder aanpassing van dit beleid zal de Nederlandse glastuinbouw fors inkrimpen.’

Naast LTO Nederland en het ministerie van EZ zijn Nefyto, Artemis, Agrodis, het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) en de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit betrokken bij de proeven.